Examples of using "Stieß" in a sentence and their dutch translations:
Iemand duwde me naar binnen.
Tom stootte z'n teen.
Tom boerde.
Ik boerde.
Tom stootte zijn hoofd.
Hij stootte zijn teen.
Tom duwde Maria van de klif af.
De vrachtwagen botste tegen een auto.
De auto botste met de vrachtwagen.
stuitte ik op het onderwerp ‘chronische wonden’.
Hij stootte zijn hoofd tegen het plafond.
Ze duwde de deur open.
Tom viel van de trap af en stootte zijn hoofd.
...dus ik bewoog naar de oppervlakte en dacht dat ze van mijn hand af zou gaan.
De Titanic had een ijsberg geraakt.