Examples of using "Nennen" in a sentence and their dutch translations:
Mag ik je Tom noemen?
Laten we hem Snoopy noemen.
Ze noemen hem Jim.
Ze noemen me Bob.
Ze noemen Robert „Bob”.
Wij noemen hem Tom.
Iedereen noemt hem Jeff.
Zij noemen mij Kenji.
Mensen noemen hem Dave.
We noemen onze hond Pochi.
Ze noemen deze planeet 'Aarde'.
Mag ik je Tom noemen?
Mijn vrienden noemen mij Maaike.
Hoe zou ik je gaan noemen?
We noemen onze hond Johnnie.
We noemen zijn zoon Jimmy.
...op iets wat ik een innovatie noem.
Maar thuis noemen we hem Tony.
Mijn vrienden noemen me doorgaans Freddy.
Laten we een kat een kat noemen.
Mijn vrienden noemen me doorgaans Freddy.
Kunt u mij een schatting geven van het aantal?
Ze kon haar mijn vriendin noemen,
maar noem het niet langer idioot druk.
Daarom worden we ook wel de ‘Derde Pool’ genoemd.
Hij is wat wij een pionier noemen.
Iedereen noemt hem Jeff.
Ze noemen hem Jim.
Ze noemen me Bob.
Geef een bedrag aan dat u aanvaardbaar vindt.
Ik laat iedereen me Tom noemen vanaf nu.
Hoe zou je je non-binaire ouder noemen?
Maria vindt het niet leuk dat Russen haar „Meri” noemen.
We noemen onze hond Johnnie.
Ik wil een meisje hebben en ik zal haar Yagmur noemen.
Ik kan je geen datum geven wanneer het zal stoppen
Hoe noem je dit?
Ze noemen me Bob.
Als we wisten wat we deden zou het geen onderzoek heten, toch?
- Noem me alsjeblieft Tom.
- Noem me alstublieft Tom.
Mijn vriendinnen noemen mijn piemel liefkozend "gerucht" omdat hij van mond tot mond gaat.
Noem mij Ismael.
Geef mij één reden om zoiets te doen.
Vertel me alsjeblieft je naam.
Vertel me alsjeblieft je naam.
Geef me alstublieft uw adres.
En het is een doodsnummer, maar het is ook wat ze een aevisöngr noemen, het is een
- Ik heet William, maar jij mag me Bill noemen.
- Ik heet William, maar u mag me Bill noemen.
- Mijn naam is William, maar u mag me Bill noemen.
- Mijn naam is William, maar jij mag me Bill noemen.
In het koetsje zat een heer, niet knap, maar ook niet slecht van uiterlijk, niet al te dik, niet al te dun; oud kon hij niet genoemd worden, maar hij was ook niet al te jong.
Op die dag in 1887 verscheen in Warschau een brochure van Ludwik Lejzer Zamenhof over een "Internationale Taal". Het was bescheiden van omvang, het motto mikte hoog: "Opdat een taal internationaal zou zijn, volstaat het niet ze zo te noemen". Als auteursnaam stond aangeduid "Doctor Esperanto".