Examples of using "Hörten" in a sentence and their dutch translations:
Ze luisterden naar de radio.
Iedereen luisterde.
Ze stopten met praten.
We hoorden hem naar beneden komen.
We hoorden de kerkklokken.
leerden we over opvangboerderijen,
Ze stopten met praten.
We hoorden de bom ontploffen.
- Ze zijn gestopt.
- Ze stopten.
We hoorden dat ze mensen uit Argentinië...
We hoorden de deur dichtgaan.
Beiden weenden toen ze het tragische nieuws gehoord hadden.
zou ik je graag laten denken aan wat je in het begin hoorde,
We waren in het kamp op de Zuidcol toen we hoorden…