Examples of using "Deckung" in a sentence and their dutch translations:
Zoek dekking!
- Kom naar beneden!
- Kom naar beneden.
- Bukken!
- Op de grond!
- Ga liggen!
- Omlaag!
- Neer!
- Kom beneden.
- Kom ervan af!
De schemering biedt hulp. Maar voetstappen echoën langs het ijs.