Translation of "Brötchen" in Dutch

0.002 sec.

Examples of using "Brötchen" in a sentence and their dutch translations:

Zwei der belegten Brötchen waren mit Käse.

Twee van de belegde broodjes waren met kaas.

Ich hätte gern ein Brötchen mit Salami.

Ik had graag een boterham met salami.

Tom kauft jeden Morgen ofenfrische Brötchen bei diesem Brötchenverkauf.

Tom koopt iedere morgen ovenverse broodjes in die broodjeszaak.