Examples of using "Apfelbäume" in a sentence and their dutch translations:
Zij hebben appelbomen geplant.
Er zijn veel appelbomen in de tuin.
- Hoeveel appelbomen staan er in jullie boomgaard?
- Hoeveel appelbomen staan er in uw boomgaard?
Tom heeft drie appelbomen in zijn tuin.
Hoeveel appelbomen staan er in jullie boomgaard?
- Hoeveel appelbomen staan er in jullie boomgaard?
- Hoeveel appelbomen staan er in uw boomgaard?
- Hoeveel appelbomen staan er in jouw boomgaard?
Tom plantte drie appelbomen in zijn tuin.
Ik wist niet dat appelbomen uit zaden groeien.
In de tuin van mijn vriend zijn er dertig appelbomen.
In de tuin zijn er appelbomen, pruimen, kersen, frambozen, kruisbessen en aalbessen.