Examples of using "Murs" in a sentence and their dutch translations:
de wanden worden nat,
De muren zijn geschilderd.
De muren zijn vochtig.
- De muren hebben oren.
- De muur heeft oren.
De muren waren lichtbruin geverfd.
Ze verfde de muren wit.
De muren waren bedekt met behang.
Papa schilderde de muren wit.
Woorden kunnen vensters of muren zijn.
We hebben gekaderde patenten aan de muren in ons huis.
Deze rotswanden blokkeren de directe doorgang. Dus moeten we een omweg nemen.
Wees voorzichtig met wat je zegt, Andrea: de muren hebben oren.
Ik haat de kleur van deze muren.
Maar korte pootjes kunnen geen hoge muren beklimmen... ...of drukke wegen oversteken.
Laten we ons wel bewust zijn van het belang van deze dag, want vandaag kwamen binnen de gastvrije muren van Boulogne-sur-Mer geen Fransen samen met Engelsen, geen Russen met Polen, maar mensen met mensen.