Translation of "Facilement" in Dutch

0.008 sec.

Examples of using "Facilement" in a sentence and their dutch translations:

- Il s'énerve facilement.
- Il s'excite facilement.

Hij raakt snel opgewonden.

Assez facilement.

je vrij gemakkelijk uitzoeken.

- Il se fâche facilement.
- Il s'énerve facilement.

Hij wordt gemakkelijk boos.

Il s'énerve facilement.

Hij wordt gemakkelijk boos.

Il mentait facilement.

Hij loog gemakkelijk.

Elle répondait facilement.

Ze antwoordde gemakkelijk.

Je pleure facilement.

Ik huil gemakkelijk.

- Tu es facilement distrait.
- Tu te fais facilement distraire.

Je raakt snel afgeleid.

Le verre casse facilement.

Het glas breekt gemakkelijk.

Je deviens facilement hystérique.

Ik word snel hysterisch.

Il se fâche facilement.

Hij wordt gemakkelijk boos.

Le lait tourne facilement.

Melk wordt gemakkelijk zuur.

Tu es facilement distrait.

Je raakt snel afgeleid.

Le bois brûle facilement.

Hout brandt gemakkelijk.

Elle le fit facilement.

Ze deed het gemakkelijk.

Tu abandonnes trop facilement.

Je geeft te gemakkelijk op.

Le papier brûle facilement.

Papier brandt gemakkelijk.

Il se vexe facilement.

Hij is snel op zijn tenen getrapt.

Il se fatigue facilement.

Hij wordt snel moe.

Les bois brûlent facilement.

De bossen branden gemakkelijk.

Les optimistes chavirent facilement.

Optimisten kapseizen gemakkelijk.

Les optimistes changent facilement.

Optimisten veranderen gemakkelijk.

- Un fil long est facilement emmêlé.
- Un long fil s'emmêle facilement.

Een lange draad raakt gemakkelijk verstrengeld.

- Il a facilement gagné la course.
- Il gagna facilement la course.

Hij heeft de wedren gemakkelijk gewonnen.

- Ce qui est facilement gagné est facilement perdu.
- Aussitôt gagné, aussitôt dépensé.

Zo gewonnen, zo geronnen.

Regardez, ça se creuse facilement.

Kijk, best makkelijk om in te graven.

Mais il est facilement distrait.

Maar hij raakt snel afgeleid.

Le plomb se plie facilement.

Lood is makkelijk buigbaar.

J'ai facilement trouvé son bureau.

Ik heb gemakkelijk zijn kantoor gevonden.

Il résolut le problème facilement.

Hij loste die opgave met gemak op.

Elle attrape facilement un rhume.

Ze is gemakkelijk verkouden.

Je ne pleure pas facilement.

Ik huil niet snel.

Il croit facilement les mensonges.

Leugens gelooft hij gemakkelijk.

Il peut lire l'anglais facilement.

Hij heeft geen moeite om Engels te lezen.

Il gagna facilement la course.

Hij heeft de wedren gemakkelijk gewonnen.

Ce tissu se déchire facilement.

Dit doek scheurt gemakkelijk.

J'ai résolu le problème facilement.

Ik heb het vraagstuk heel gemakkelijk opgelost.

- On ne me tue pas si facilement.
- On ne peut me tuer si facilement.

Mij doden is niet zo gemakkelijk.

L'histoire du futur se comprend facilement.

Nu is toekomstige geschiedenis net hoe het klinkt.

Trop clair, ils sont facilement repérés.

Te licht en ze worden opgemerkt.

Je peux facilement toucher mes orteils.

Ik kan makkelijk mijn tenen aanraken.

Il put facilement résoudre le problème.

Hij kon het probleem gemakkelijk oplossen.

- Il rougissait facilement.
- Il rougit légèrement.

Hij bloosde gemakkelijk.

Elle a résolu le problème facilement.

Ze loste het probleem op met gemak.

- Cet aéroport est facilement accessible par le bus.
- Cet aéroport est facilement accessible en bus.

Deze luchthaven is makkelijk bereikbaar met de bus.

- Les mots blessent plus facilement qu'ils ne guérissent.
- La parole blesse plus facilement qu'elle ne guérit.

Met woorden kan men gemakkelijker kwetsen dan genezen.

On pourrait facilement tomber dans le vide !

Het zou makkelijk zijn zo van die rand af te lopen.

Et repérer facilement quelqu'un qui nous mentionne.

en sneller te zien is wanneer iemand je vermeld.

Le fromage ne se digère pas facilement.

Kaas is niet licht verteerbaar.

Je m'endors facilement en regardant la télé.

Ik val makkelijk in slaap wanneer ik tv kijk.

Les maisons en bois brûlent plus facilement.

Houten huizen branden makkelijker.

- Les gens peuvent facilement faire la différence entre eux.
- Les gens peuvent facilement faire la différence entre elles.

Men kan heel gemakkelijk het verschil zien.

- Avez-vous facilement le souffle court lorsque vous marchez ?
- As-tu facilement le souffle court lorsque tu marches ?

- Raakt u snel buiten adem tijdens het lopen?
- Raak je snel buiten adem tijdens het lopen?

Je n'aime pas les gens qui s'énervent facilement.

Ik hou niet van mensen die snel boos worden.

Certaines odeurs peuvent facilement évoquer des souvenirs d'enfance.

Sommige geuren kunnen gemakkelijk jeugdherinneringen laten opduiken.

Un pantalon rouge est bien souvent facilement remarquable.

Een rode broek is toch vaak opvallend.

Vous n'abandonnez pas tellement facilement, n'est-ce pas ?

Je geeft het niet zo gemakkelijk op, nietwaar?

Il peut très facilement résoudre ce problème-ci.

Hij kon het probleem gemakkelijk oplossen.

Cet aéroport est facilement accessible par le bus.

Deze luchthaven is makkelijk bereikbaar met de bus.

Son passeport néerlandais lui permettait de voyager facilement.

Met zijn Nederlandse paspoort kon hij gemakkelijk reizen.

- J'attrape facilement un rhume.
- Je m'enrhume facilement.
- J'ai tendance à attraper froid.
- J'ai une propension à contracter des rhumes.

- Ik word snel verkouden.
- Ik ben vaak verkouden.

On se perd facilement dans ces canyons en fente.

Kijk eens hoe verwarrend al deze kloven zijn.

Parce que l'eau chauffe facilement dans le micro-ondes.

omdat water makkelijk warm wordt in de magnetron.

On peut facilement couper du fromage avec un couteau.

Het is makkelijk om kaas te snijden met een mes.

- Il s'emporte facilement.
- Il se met vite en colère.

Hij heeft een kort lontje.