Examples of using "Facilement" in a sentence and their dutch translations:
Hij raakt snel opgewonden.
je vrij gemakkelijk uitzoeken.
Hij wordt gemakkelijk boos.
Hij wordt gemakkelijk boos.
Hij loog gemakkelijk.
Ze antwoordde gemakkelijk.
Ik huil gemakkelijk.
Je raakt snel afgeleid.
Het glas breekt gemakkelijk.
Ik word snel hysterisch.
Hij wordt gemakkelijk boos.
Melk wordt gemakkelijk zuur.
Je raakt snel afgeleid.
Hout brandt gemakkelijk.
Ze deed het gemakkelijk.
Je geeft te gemakkelijk op.
Papier brandt gemakkelijk.
Hij is snel op zijn tenen getrapt.
Hij wordt snel moe.
De bossen branden gemakkelijk.
Optimisten kapseizen gemakkelijk.
Optimisten veranderen gemakkelijk.
Een lange draad raakt gemakkelijk verstrengeld.
Hij heeft de wedren gemakkelijk gewonnen.
Zo gewonnen, zo geronnen.
Kijk, best makkelijk om in te graven.
Maar hij raakt snel afgeleid.
Lood is makkelijk buigbaar.
Ik heb gemakkelijk zijn kantoor gevonden.
Hij loste die opgave met gemak op.
Ze is gemakkelijk verkouden.
Ik huil niet snel.
Leugens gelooft hij gemakkelijk.
Hij heeft geen moeite om Engels te lezen.
Hij heeft de wedren gemakkelijk gewonnen.
Dit doek scheurt gemakkelijk.
Ik heb het vraagstuk heel gemakkelijk opgelost.
Mij doden is niet zo gemakkelijk.
Nu is toekomstige geschiedenis net hoe het klinkt.
Te licht en ze worden opgemerkt.
Ik kan makkelijk mijn tenen aanraken.
Hij kon het probleem gemakkelijk oplossen.
Hij bloosde gemakkelijk.
Ze loste het probleem op met gemak.
Deze luchthaven is makkelijk bereikbaar met de bus.
Met woorden kan men gemakkelijker kwetsen dan genezen.
Het zou makkelijk zijn zo van die rand af te lopen.
en sneller te zien is wanneer iemand je vermeld.
Kaas is niet licht verteerbaar.
Ik val makkelijk in slaap wanneer ik tv kijk.
Houten huizen branden makkelijker.
Men kan heel gemakkelijk het verschil zien.
- Raakt u snel buiten adem tijdens het lopen?
- Raak je snel buiten adem tijdens het lopen?
Ik hou niet van mensen die snel boos worden.
Sommige geuren kunnen gemakkelijk jeugdherinneringen laten opduiken.
Een rode broek is toch vaak opvallend.
Je geeft het niet zo gemakkelijk op, nietwaar?
Hij kon het probleem gemakkelijk oplossen.
Deze luchthaven is makkelijk bereikbaar met de bus.
Met zijn Nederlandse paspoort kon hij gemakkelijk reizen.
- Ik word snel verkouden.
- Ik ben vaak verkouden.
Kijk eens hoe verwarrend al deze kloven zijn.
omdat water makkelijk warm wordt in de magnetron.
Het is makkelijk om kaas te snijden met een mes.
Hij heeft een kort lontje.