Examples of using "Dragons" in a sentence and their dutch translations:
Dood de draken.
Waar zijn mijn draken?
Wat eten draken?
Draken bestaan niet.
Draken spuwen vuur.
Zijn draken echt?
Draken zijn denkbeeldige dieren.
Draken zijn denkbeeldige wezens.
Draken zijn krachtige wezens.
Hier zijn draken.
Dit gebied heet het Land van Draken...
Eigenlijk wilde ik een jonkvrouw zijn in een toren die bewaakt wordt door zeven draken, en dan zou een prins op een wit paard alle draken hun kop afhakken en mij bevrijden.