Examples of using "Viiniä" in a sentence and their dutch translations:
Drink je wijn?
- Verkoopt u wijn?
- Verkoop je wijn?
- Verkopen jullie wijn?
Breng wijn.
Hij heeft wijn.
Tom drinkt wijn.
Ik drink niet veel wijn.
We willen graag nog een fles wijn.
Geef me een fles wijn.
Ik drink niet veel wijn.
Tom dronk wat wijn.
Ze hebben twee flessen wijn gedronken.
Ze hebben twee flessen wijn gedronken.
Als ik naar het feestje ga zal ik enkele flessen wijn meebrengen.
Een maaltijd zonder wijn is als een dag zonder zonneschijn.