Examples of using "Söin" in a sentence and their dutch translations:
Ik at.
Ik at het.
Ik kauwde de gom.
Ik at kaviaar.
Ik at een hamburger.
Ik at een cheeseburger.
- Ik heb te veel gegeten.
- Ik at te veel.
Ik at alleen.
Ik heb zojuist ontbeten.
Ik heb gisteren vis gegeten.
Ik heb 's middags een slaatje gegeten.
Ik heb 's middags een slaatje gegeten.
Ik had pizza als lunch.
Gisteren heb ik een pizza gegeten.
Ik heb een tonijnsalade gegeten.
Ik at met mijn kleine broer.
Ik heb om half acht ontbeten.
Ik heb uitstekend ontbeten om zeven uur.
Ik heb net met Tom ontbeten.
Vorige week at ik elke dag pizza.