Examples of using "Antoi" in a sentence and their dutch translations:
Hij gaf de hond een bot.
Mijn oom heeft mij een boek gegeven.
Tom gaf iets aan Mary.
Tom gaf het op.
- Mijn oom gaf me een cadeau.
- Mijn oom gaf me een cadeautje.
Sami gaf de wiskundeleraar een bijnaam.
Tom stemde in.
Tom gaf Maria een Frans woordenboek.
Met haar dapperheid wint ze tijd.
De leraar gaf ons huiswerk.
Tom gaf me een pen.
- Ze gaf ons een cadeautje.
- Ze gaf ons een cadeau.
Ze gaf me een cadeautje.
Hij gaf me een voorbeeld.
Tom heeft je vergeven.
Tom gaf me zijn sleutel.
Tom heeft Maria ontslagen.
Tom gaf Mary een kerstcadeautje.
Tom gaf Mary de zaklamp.
Sally gaf hem een kerstcadeau.
- Ze heeft hem gedumpt.
- Ze dumpte hem.
Ze heeft haar kat Tatoeba genoemd.
Mijn oma gaf mij deze halsketting.
- Mary gaf hem een grote knuffel.
- Mary gaf hem een dikke knuffel.
- Ze gaf me een prachtig cadeau.
- Ze gaf me een prachtig cadeautje.
Haar verloofde gaf haar een heel grote ring.
Ze voorziet de eieren van zuurstof, zorgt voor ze.
Ik mocht bij Tenzing slapen en hij bood me werk.
Ze kuste hem op de wang.
Wie heeft dit aan jou gegeven?