Examples of using "”ole" in a sentence and their dutch translations:
Wees billijk!
- Jij bent niet oud.
- U bent niet oud.
- Jullie zijn niet oud.
Ik ben geen dokter.
Ik ben geen ochtendmens.
- Wees vriendelijk.
- Wees aardig.
Ik ben geen vegetariër.
Ik ben geen profeet.
Bent u niet moe?
Er is geen koffie.
...kun je je nergens verstoppen.
Wees vrolijk.
Wees voorzichtig.
- Wees aardig!
- Wees aardig.
Wees eerlijk.
Wees kalm.
Wees vriendelijk.
Wees creatief!
- Houd je mond.
- Hou je mond!
- Zwijg!
- Wees stil.
- Stil!
- Stilte!
Bedien u.
Wees geliefd.
- Wees realistisch!
- Wees realistisch.
Ik heb geen haast.
Ik ben geen tiener.
Ik ben geen toerist.
Ik ben niet rijk.
Als er geen oplossing is, dan is er ook geen probleem.
- Heb je geen trek?
- Heb je geen honger?
- Hebben jullie geen honger?
Jullie zijn niet arm.
We zijn niet oud.
Ik ben niet oud.
Ik ben geen expert.
Ik ben geen Hongaar.
Jullie zijn geen honden.
Ik ben niet Fins.
Ik ben geen dokter.
- Wees voorbereid!
- Wees voorbereid.
Er ontbreekt een vork.
Tom is niet hier.
Er is geen zeep.
- Je bent helemaal niet veranderd.
- U bent helemaal niet veranderd.
- Jullie zijn helemaal niet veranderd.
Ik heb geen ticket.
Tom is niet veranderd.
Dat is niet waar.
Afrika is geen land.
- Wees gelukkig!
- Wees blij!
Dit is niet grappig.
Tom is geen kattenmens.
Heb je geen rijbewijs?
Maak je geen zorgen, wees blij!
Ik ben helemaal niet overtuigd.
Dat is niet nodig.
Dat moet niet.
Heb je het niet warm?
- Dat geeft niets.
- Het is niet belangrijk.
Europa is geen land.
Dit is niet veilig.
Ik ben niet goed in sport.
Tom is niet hier.
Zij zijn niet oud.
Wees jezelf.
Ik ben geen professional.
Dat moet wel een grap zijn!
Ik ben niet moe.
- We zijn niet getrouwd.
- Wij zijn niet getrouwd.
Wees trots op jezelf.
Tom, wees voorzichtig!
Doe niet zo dom.
Er zijn geen klanten.
Zijt ge niet gelukkig?
Ik ben niet kaal.
Jij bent geen vrouw.
- Wees niet onbeleefd.
- Wees niet onbeleefd!
Ik ben geen dokter.
Ik ben niet blind.
Ik ben niet doof.
Er is geen koffie.
Jij bent geen man.
Doe alsof je thuis bent.
- Ga je gang.
- Ga!
- Gaat uw gang.
- Zeg maar.
- Zing alsjeblieft.
- Zing alstublieft.
Het is niet koud.
Wees geen klein kind!
Ik kom niet uit Boston.
Jij bent niet jong.
God bestaat niet.
We zijn niet gek.
Ik ben geen dokter.