Translation of "Vegetarians" in Dutch

0.004 sec.

Examples of using "Vegetarians" in a sentence and their dutch translations:

- They are vegetarians.
- They're vegetarians.

- Ze zijn vegetariërs.
- Zij zijn vegetariërs.

Vegetarians eat vegetables.

Vegetariërs eten groente.

- I know that you are vegetarians.
- I know that you're vegetarians.
- I know you're vegetarians.

Ik weet dat jullie vegetariërs zijn.

- This article makes fun of vegetarians.
- That article makes fun of vegetarians.
- This article pokes fun at vegetarians.

Dat artikel steekt de draak met vegetariërs.

- This article makes fun of vegetarians.
- That article makes fun of vegetarians.

Dat artikel steekt de draak met vegetariërs.

- Tom and Mary are both vegetarians.
- Both Tom and Mary are vegetarians.

Tom en Mary zijn allebei vegetariër.

Suitable for vegetarians and vegans.

Geschikt voor vegetariërs en veganisten.

This article makes fun of vegetarians.

Dat artikel steekt de draak met vegetariërs.

Tom and Mary are both vegetarians.

Tom en Mary zijn allebei vegetariër.

Overall, vegetarians have a longer life expectancy

Vegetariërs hebben over het algemeen een langere levensverwachting

No, vegetarians don't eat chicken or fish.

Nee, vegetariërs eten geen kip of vis.

Do you have a special menu for vegetarians?

Heeft u een speciaal menu voor vegetariërs?

"Vegetarians may be missing out on grilled hamburgers at picnics,

"Vegetariërs geven dan misschien wel gegrilde hamburgers op,

Vegetarians are some of the healthiest people in the world.

Vegetariërs behoren tot de gezondste mensen ter wereld.

- I have a friend who's a vegetarian.
- I have friends who are vegetarians.

Ik heb een vriend die vegetariër is.