Translation of "Unbelievable" in Dutch

0.004 sec.

Examples of using "Unbelievable" in a sentence and their dutch translations:

- Gee, unbelievable!
- Unbelievable!
- It's unbelievable.
- That's unbelievable!
- It's incredible.
- Incredible!

- Het is ongelofelijk.
- Het is ongelooflijk.
- Ongelofelijk!
- Ongelooflijk!

- That's unbelievable!
- That's unbelievable.

Ongelooflijk!

Unbelievable!

- Niet te geloven!
- Ongelofelijk!
- Ongelooflijk!

It's unbelievable.

- Het is ongelofelijk.
- Het is ongelooflijk.

- Unbelievable!
- Incredible!

- Niet te geloven!
- Ongelofelijk!
- Ongelooflijk!

Gee, unbelievable!

- Ongelofelijk!
- Wow, ongelofelijk!
- Ongelooflijk!

- Gee, unbelievable!
- Unbelievable!
- Incredible!
- Unimaginable!
- Unthinkable!
- Inconceivable!

- Niet te geloven!
- Ongelofelijk!

- Unbelievable!
- It's unbelievable.
- It's incredible.
- This is incredible.
- This is unbelievable.
- This is amazing.

- Het is ongelofelijk.
- Het is ongelooflijk.
- Ongelofelijk!

- It's amazing.
- It's unbelievable.
- It's incredible.
- That's unbelievable.
- That's unreal.
- That's incredible.
- You're unbelievable.

Het is ongelofelijk.

This is unbelievable.

Dit is ongelooflijk.

This is unbelievable!

Dit is niet te geloven.

- Unbelievable!
- Unthinkable!
- Inconceivable!

- Niet te geloven!
- Ongelofelijk!
- Ongelooflijk!
- Onvoorstelbaar!
- Ondenkbaar!

Unbelievable, isn't it?

- Ongelooflijk, hè?
- Ongelooflijk, nietwaar?
- Ongelooflijk, toch?

Ah, this is unbelievable.

Dit is ongelooflijk.

Ah, this is unbelievable!

Ongelooflijk.

- You're incredible.
- You're unbelievable.

Je bent ongelofelijk!

- It's unbelievable.
- It's incredible.

Het is ongelooflijk!

- That's unbelievable!
- It's incredible!

- Het is ongelofelijk.
- Het is ongelooflijk.
- Dit is niet te geloven.

[Bear] Oh, this is unbelievable!

Dit is ongelooflijk.

- It's incredible!
- This is unbelievable!

Dit is niet te geloven.

This is an unbelievable day.

Dit is een ongelooflijke dag.

- You're amazing.
- You're incredible.
- You're unbelievable.

Je bent ongelofelijk!

My tooth is giving me unbelievable pain.

- Mijn tand deed ongelofelijk pijn.
- Mijn tand doet ongelofelijk pijn.

He told me a completely unbelievable story.

Hij vertelde mij een heel ongeloofwaardig verhaal.

- You cannot be serious.
- Unbelievable!
- You can't be serious.

- Niet te geloven!
- Ongelofelijk!
- Ongelooflijk!

- You're amazing.
- You're incredible.
- You're awesome.
- You're unbelievable.
- You're unreal.

Je bent ongelofelijk!