Translation of "Turned" in Dutch

0.010 sec.

Examples of using "Turned" in a sentence and their dutch translations:

- Carlos turned round.
- Carlos turned around.

Carlos draaide zich om.

- He turned 16 years old.
- He turned 16.
- She turned 16.
- She turned 16 years old.

- Hij is 16 geworden.
- Zij is 16 geworden.

Luck turned.

Het tij is gekeerd.

- I have turned 20.
- I've just turned 20.
- I have turned twenty.

Ik ben net 20 geworden.

- I have turned 20.
- I have turned twenty.

Ik ben twintig geworden.

- She turned 16.
- She turned 16 years old.

Zij is 16 geworden.

- I turned the computer off.
- I turned off the computer.
- I turned off my computer.
- I turned my computer off.

Ik heb de computer afgezet.

He turned around.

- Hij draaide zich om.
- Hij heeft zich omgedraaid.
- Hij keerde zich om.
- Hij heeft zich omgekeerd.

She turned 16.

Zij is 16 geworden.

Carlos turned around.

Carlos draaide zich om.

Tom turned around.

Tom heeft zich omgedraaid.

Tom turned pale.

Tom wordt bleek.

He turned red.

Hij werd rood.

I turned right.

- Ik ging naar rechts.
- Ik ging rechtsaf.
- Ik draaide rechtsaf.
- Ik ging rechts.

He turned traitor.

- Hij werd een verrader.
- Hij is een verrader geworden.

Javier turned red.

Javier werd rood.

Tom turned red.

Tom werd rood.

Muriel turned 20.

Muiriel is nu 20 jaar oud.

Tom turned right.

Tom sloeg rechtsaf.

They turned around.

Ze draaiden zich om.

I turned red.

Ik werd rood.

Sami turned red.

Sami werd rood.

- The traffic light turned green.
- The light turned green.

- Het werd groen.
- Het verkeerslicht sprong op groen.

- The light turned green.
- The light has turned green.

Het stoplicht sprong op groen hoor.

- Her face turned red suddenly.
- Her face suddenly turned red.

Haar gezicht werd plotseling rood.

- She turned down my proposal.
- She turned down my offer.

Ze heeft mijn aanbod afgeslagen.

- Tom turned on the lights.
- Tom turned the lights on.

Tom deed het licht aan.

- I turned on the lights.
- I turned the lights on.

Ik deed het licht aan.

- Fortunately, it turned out well.
- Luckily, it turned out well.

Gelukkig is het goed afgelopen.

- Who turned off the light?
- Who turned the light off?

- Wie deed het licht uit?
- Wie heeft het licht uitgedaan?

- I turned off the lamp.
- I turned the lamp off.

Ik deed de lamp uit.

- I turned the computer off.
- I turned off the computer.

Ik heb de computer afgezet.

The light turned red.

- Het verkeerslicht werd rood.
- Het licht werd rood.

The milk turned sour.

De melk werd zuur.

Her face turned red.

Zijn gezicht werd rood.

He turned the key.

Hij draaide de sleutel om.

The plane turned eastward.

Het vliegtuig keerde oostwaarts.

The light turned green.

Het werd groen.

His cheeks turned red.

Zijn wangen werden rood.

The weather turned bad.

Het weer verslechterde.

They turned against Germany.

Ze keerden zich tegen Duitsland.

I have turned 20.

Ik ben twintig geworden.

I turned myself in.

Ik gaf mezelf aan.

His face turned pale.

Hij werd bleek.

Like a Mohammed turned Mo, or a Lisa Pizza turned Iman.

Zoals een Mohammed die tot Mo werd en een Lisa Pizza tot Iman.

- The rumor turned out false.
- The rumor turned out to be false.

Het gerucht bleek vals te zijn.

- Tom turned off his bedside lamp.
- Tom turned his bedside lamp off.

- Tom deed zijn nachtlampje uit.
- Tom deed zijn bedlampje uit.

The water turned to ice.

Het water veranderde in ijs.

The milk has turned sour.

De melk is zuur geworden.

The rumor turned out false.

Het gerucht bleek vals te zijn.

She turned on the light.

Ze deed het licht aan.

She turned down my proposal.

Ze heeft mijn aanbod afgeslagen.

She turned down my offer.

Ze heeft mijn aanbod afgeslagen.

She has just turned twelve.

Ze is net twaalf jaar oud geworden.

She has just turned twenty.

Ze is net twintig geworden.

He turned down my application.

Hij wees mijn aanvraag af.

Her face suddenly turned red.

Haar gezicht werd plotseling rood.

Tom turned on the light.

Tom deed het licht aan.

She turned 16 years old.

Zij is 16 geworden.

- He blushed.
- He turned red.

Hij werd rood.

- I'm horny.
- I'm turned on.

Ik ben opgewonden.

His hair has turned white.

Zijn haar is wit geworden.

She turned down my request.

Ze wees mijn verzoek af.

The traffic light turned green.

- Het werd groen.
- Het stoplicht werd groen.

She turned her eyes away.

Zij wendde haar blik af.

He turned on the radio.

Hij deed de radio aan.

Tom turned the TV on.

Tom zette de tv aan.

I turned on the lamp.

Ik deed de lamp aan.

Tom's hair has turned gray.

Toms haar is grijs geworden.

Jesus turned water into wine.

Jezus veranderde water in wijn.

Tom turned out the lights.

- Tom deed het licht uit.
- Tom deed de lampen uit.
- Tom heeft het licht uitgedaan.

The water turned into ice.

Het water veranderde in ijs.

He turned on the light.

Hij deed het licht aan.