Translation of "Ticket" in Dutch

0.015 sec.

Examples of using "Ticket" in a sentence and their dutch translations:

Ticket, please.

- Ticket, alsjeblieft.
- Ticket, alstublieft.

- Don't forget your ticket.
- Don't forget your ticket!

Vergeet je ticket niet.

Your ticket, please.

Uw kaartje, alstublieft.

Where's Tom's ticket?

Waar is Toms toegangsbewijs?

- Where's the ticket counter?
- Where is the ticket counter?

Waar is het loket?

The concert ticket costs more than the cinema ticket.

Het concertticket kost meer dan het bioscoopticket.

- What's the price of a ticket?
- How much is a ticket?
- How much does the ticket cost?

Wat is de prijs van een ticket?

Don't forget your ticket.

- Vergeet je ticket niet.
- Vergeet uw ticket niet.

Here's my return ticket.

Hier mijn terugkeerticket.

Please show your ticket.

Uw ticket, alstublieft.

I've lost my ticket.

Ik ben mijn kaartje kwijt.

Don't forget the ticket.

Vergeet het kaartje niet.

I need a ticket.

Ik heb een kaartje nodig.

- What's the price of a ticket?
- How much is a ticket?

Wat is de prijs van een ticket?

I don't have a ticket.

Ik heb geen ticket.

Do you have a ticket?

Heb je een kaartje?

He lost his cinema ticket.

Hij heeft zijn bioscoopkaartje verloren.

I've already bought my ticket.

Ik heb mijn ticket al gekocht.

The ticket costs 100 euros.

- Het kaartje kost 100 euro.
- Het toegangskaartje kost honderd euro.

Every spectator buys a ticket.

Iedere toeschouwer koopt een kaartje.

Get a ticket for me.

Pak een ticket voor me.

How much was the ticket?

Wat kostte het kaartje?

Let me check your ticket.

- Uw ticket, alstublieft.
- Uw kaartje, alstublieft.

- Did you buy a round-trip ticket?
- Did you buy a return ticket?

Heb je een retourkaartje gekocht?

- I presented my ticket at the door.
- I showed my ticket at the door.
- I showed the ticket at the gate.

Ik liet mijn kaartje bij de deur zien.

- This ticket is good for three days.
- This ticket is valid for three days.

Dit kaartje is geldig voor drie dagen.

Where can I buy a ticket?

Waar kan ik een kaartje kopen?

Where did you buy the ticket?

Waar heeft u het ticket gekocht?

Do you have your plane ticket?

Heb je je vliegtuigbiljet?

The ticket is good through Monday.

Het ticket is geldig tot en met maandag.

I'd like a first-class ticket.

Ik wil graag een eersteklaskaartje.

I'd like to cancel my ticket.

Ik zou graag mijn ticket willen annuleren.

I'd like a ticket to Trier.

Ik wil graag een ticket naar Trier.

- I told them to send me another ticket.
- I told her to send me another ticket.

Ik heb ze gezegd dat ze me een nieuw ticket moeten opsturen.

Did you buy a round-trip ticket?

Heb je een retourkaartje gekocht?

The ticket is valid for a week.

De kaart is een week geldig.

The ticket is valid for one week.

De kaart is een week geldig.

This ticket is valid for three days.

Dit kaartje is geldig voor drie dagen.

The conductor forgot to punch my ticket.

De conducteur is vergeten mijn kaartje te stempelen.

A one-way ticket to Birmingham, please.

Een enkeltje Birmingham, alstublieft.

Tom bought a ticket and went in.

Tom kocht een kaartje en ging naar binnen.

That ticket is good until April 29th.

Dat kaartje is tot 29 april geldig.

When did you get the concert ticket?

Wanneer heb je het concertkaartje bemachtigd?

A one-way ticket to Boston, please.

Een enkeltje naar Boston, alstublieft.

I told them to send me another ticket.

Ik heb ze gezegd dat ze me nog een ticket moeten opsturen.

I want to buy a plane ticket tomorrow.

Ik wil morgen een vliegticket kopen.

May I have a look at your ticket?

Mag ik je kaartje?

Can you get a ticket for Tom, too?

Kan je ook voor Tom aan een ticket geraken?

I had no money to buy a ticket.

- Ik had geen geld om een ​​kaartje te kopen.
- Ik had geen geld om een ​​ticket te kopen.

Shall I buy you a ticket for the concert?

Zal ik een kaartje voor het concert voor je kopen?

- Where's the checkout counter?
- Where is the ticket office?

Waar is de kassa?