Translation of "Store”" in Dutch

- The store deals in vegetables.
- This store sells vegetables.

De winkel verkoopt groenten.

- Where is the nearest store?
- Where's the nearest store?

Waar is de dichtstbijzijnde winkel?

- We are closing the store.
- We're closing the store.

We zijn de winkel aan het sluiten.

Where is the store?

Waar is de winkel?

I'm closing my store.

Ik ben mijn winkel aan het sluiten.

That store went bankrupt.

Die winkel ging failliet.

Where's the nearest store?

Waar is de dichtstbijzijnde winkel?

We got an abandoned store.

We hebben een verlaten winkel.

The store deals in vegetables.

De winkel verkoopt groenten.

He was at the store.

Hij was in de winkel.

Tom is closing the store.

Tom is de winkel aan het sluiten.

What is your store like?

Hoe ziet jouw winkel eruit?

The jewelry store is open.

- De juwelenwinkel is open.
- De juwelier is open.

Unfortunately, the store was closed.

Spijtig genoeg, was de winkel gesloten.

We run the store jointly.

We runnen de winkel samen.

I looked around the store.

Ik keek rond in de winkel.

I don't like that store.

Ik vind de winkel niet leuk.

- Stamps are not sold in this store.
- Stamps aren't sold in this store.

In deze winkel worden geen postzegels verkocht.

- Liquor is not sold at this store.
- Liquor isn't sold at this store.

Er wordt in die winkel geen sterkedrank verkocht.

- Where is the nearest shop?
- Where is the nearest store?
- Where's the nearest store?

Waar is de dichtstbijzijnde winkel?

That store sells newspapers and magazines.

De winkel verkoopt kranten en tijdschriften.

The store is across the street.

De winkel is aan de overkant van de straat.

When is the store open till?

Tot hoe laat is de winkel open?

He dashed out of the store.

Hij stormde uit de winkel.

I saw him enter the store.

Ik zag hem de winkel binnengaan.

This store is opened at eight.

Deze winkel opent om 8:00.

This store is closed at nine.

Deze winkel sluit om negen uur 's avonds.

The store opens at 9 a.m.

- Om 9 uur gaat de winkel open.
- De winkel gaat open om 9 uur.

What time does the store open?

- Wanneer gaat de winkel open?
- Op welk tijdstip gaat de winkel open?

The store also opens at night.

De winkel is ook 's nachts open.

We went to the shoe store.

We gingen naar de schoenenwinkel.

The store changed hands several times.

De winkel wisselde verschillende malen van eigenaar.

The store opens at ten o'clock.

- Om tien uur gaat de winkel open.
- De winkel gaat open om tien uur.

Liquor is not sold at this store.

Er worden geen sterke dranken verkocht in deze winkel.

She bought this pen at that store.

Ze heeft deze pen bij die winkel gekocht.

He went shopping at a department store.

Hij ging boodschappen doen in een warenhuis.

What did she buy at that store?

Wat kocht ze in die winkel?

I went to a shoe store yesterday.

Ik ging gisteren naar de schoenenwinkel.

This is the cheapest store in town.

Dit is de goedkoopste winkel van de stad.

I bought it in a thrift store.

Ik heb het in een tweedehandswinkel gekocht.

Do they sell notebooks at that store?

Verkopen ze schriften in die winkel?

I want to go to the store.

Ik wil naar de winkel gaan.

Do they sell bread at that store?

Is er brood te koop in deze winkel?

This grocery store only sells organic food.

Deze supermarkt verkoopt alleen biologisch eten.

I bought a hat at the store.

Ik heb een hoed gekocht in de winkel.

Tom closed the store and went home.

Tom sloot de winkel en ging naar huis.

The store is also open at night.

De winkel is ook 's nachts open.

Do they sell flowers at this store?

Verkopen ze bloemen in deze winkel?

I bought it at a department store.

Ik heb het in een warenhuis gekocht.

- Where is the nearest shop?
- Where is the nearest store?
- Where's the nearest shop?
- Where's the nearest store?

Waar is de dichtstbijzijnde winkel?

So get hired by a local toy store,

Een lokale speelgoedwinkel huurt hen in,

So this whole store can see my boobs,

zodat de hele winkel mijn borsten kan zien

How many people were killed in the store?

Hoeveel mensen zijn er gedood in de winkel?

I met her in the store by accident.

Toevallig kwam ik haar in de winkel tegen.

I got a job in a toy store.

Ik vond een baan in een speelgoedwinkel.

Mr. Hobson closed the store and went home.

Mijnheer Hobson sloot de winkel en ging naar huis.

I found a rare stamp at that store.

Ik heb een zeldzame postzegel gevonden in deze winkel.

This store closes at nine in the evening.

Deze winkel sluit om negen uur 's avonds.

Do you want a ride to the store?

Wil je een lift naar de winkel?

This bag is not available in any store.

Deze tas is in geen enkele winkel verkrijgbaar.

I bought new shoes at the shoe store.

Ik heb nieuwe schoenen gekocht bij de schoenenwinkel.

Let's go to a store with lower prices.

Laat ons naar een winkel met lagere prijzen gaan.