Examples of using "Sleeps" in a sentence and their dutch translations:
De hond slaapt.
Tom slaapt nooit.
Tom slaapt hier.
De stad slaapt.
Maria slaapt veel.
Ze slaapt met twee kussens.
Alice slaapt in haar kamer.
Tom slaapt naakt.
Ze slaapt in de auto.
Mijn kat slaapt met mij.
Een kat slaapt op een stoel.
De vrouw slaapt in de slaapkamer.
De kat slaapt op de tafel.
Meestal slaapt Tom in deze kamer.
Tom slaapt met zijn mond open.
De kat slaapt op de stoel.
Wie slaapt, vergeet zijn honger.
De stad slaapt.
Hij slaapt overdag en werkt 's nachts.
Hij laat altijd het venster open als hij slaapt.
Een vuile adem besmet 't reine glas.
Hij slaapt als een beer in de winter.
Hij slaapt overdag en werkt 's nachts.
Mary slaapt met een mes onder haar kussen.
Hij slaapt met een mes onder zijn kussen.
Hij werkt de gehele nacht en slaapt de gehele dag.
Hij slaapt overdag en werkt 's nachts.
Ze slaapt ‘s nachts maar een uur of vijf.
Hij laat altijd het venster open als hij slaapt.
Hij slaapt als een roos.
Ze slaapt als een roos.
Tom is dertien en slaapt nog steeds met een teddybeer.
De hond slaapt.
- De kat slaapt op tafel.
- De kat slaapt op de tafel.
De kat slaapt op de stoel.
Mijn hond Wolfgang slaapt altijd naast me op de bank als ik op de computer bezig ben.