Examples of using "Safe" in a sentence and their dutch translations:
- Ze zijn veilig.
- Zij zijn veilig.
- Dat is niet veilig.
- Dit is niet veilig.
Veilig...
Tom is veilig.
- Dat is niet veilig.
- Dit is niet veilig.
Dat is niet veilig.
Je bent veilig.
We zijn veilig.
- Ze zijn veilig.
- Zij zijn veilig.
- Hou je veilig.
- Houd u veilig.
Dit is niet veilig.
Het is nergens veilig.
Ik ben weer veilig.
Tom heeft de kluis geopend.
We zijn hier niet veilig.
Daar ben je niet veilig.
Het is veilig hier.
Je bent nu veilig.
Laat ons veilig zijn.
Bescherm Tom.
Tom voelde zich veilig.
We zijn hier veilig.
Zijn we veilig?
Iedereen voelde zich veilig.
- Het is nergens veilig.
- Geen plek is veilig.
Tom was niet veilig.
We voelden ons veilig.
Ik speel op safe.
Deze kano is niet veilig.
Ik ben opgelucht dat je in veiligheid bent.
Zo veilig was ze.
De kinderen zijn veilig.
De katten zijn veilig.
Is het nu veilig?
- Beter hard geblazen dan de mond verbrand.
- Je kunt niet voorzichtig genoeg zijn.
Daar ben je niet veilig.
Veilige reis!
Is dit veilig voor het milieu?
- Goede reis!
- Een goede reis gewenst!
- Fijne reis!
Hoe veilig zijn opioïden?
Ik voel me niet veilig.
Hoe veilig is Australië?
Hij kwam veilig thuis.
Zijn seksspeeltjes veilig?
Tom zei dat Mary veilig is.
Ik ben opgelucht dat je in veiligheid bent.
- Ik speel op veilig.
- Ik speel het veilig.
- Ik speel op safe.
Is het daar veilig?
Een veilige terugreis.
Bij jou voel ik me veilig.
Ik denk nog steeds dat we veilig zijn.
Ik zit niet veilig daarin.
Is het veilig om dit te eten?
Ik denk dat we nu veilig zijn.
Deze weg is niet heel veilig.
Ik voel me hier erg veilig.
Algerije is een veilig land.
Je zou daar veilig zijn.
Jullie zullen veilig zijn bij Tom.
Tom zei dat Mary veilig is.
Ik dacht dat ik hier veilig zou zijn.
Tom vertelde me dat Maria veilig is.
Maar dan ben je nog niet veilig.
Niet alle Internet-browsers zijn veilig.
We zijn hier niet veilig meer.
's Nachts zijn de straten niet veilig.
Ik voel me hier niet meer veilig.
Ik dacht dat ik hier veilig zou zijn.
Tom wil dat Maria veilig is.
Ik voel me veilig in jouw armen.
Voel je je veilig in Australië?
Het is niet erg veilig in Egypte.
Ik kreeg de kluis niet open.
- Voel je je veilig thuis?
- Voelt u zich veilig thuis?
Als je eenmaal over de rivier bent, ben je veilig.
Men zegt dat dit geneesmiddel niet zonder gevaar is.
Ik beloof dat ik je zal beschermen.