Examples of using "Organism" in a sentence and their dutch translations:
Het is een eencellig organisme.
Het is een eukaryotisch organisme.
Het is een prokaryotisch organisme.
Dit is een eencellig organisme.
- Het is een eencellig organisme.
- Dit is een eencellig organisme.
De amoebe is een eencellig organisme.
De Dode Zee is een prima ecosysteem voor een halofiel organisme.
De organisatieniveaus in de biologie kunnen in de volgende volgorde worden gerangschikt: atoom, molecuul, organel, cel, weefsel, orgaan, systeem, organisme, populatie, gemeenschap, ecosysteem en biosfeer.