Examples of using "Obviously" in a sentence and their dutch translations:
- Dat haal je de koekoek.
- Zeker.
- Natuurlijk.
- Duidelijk.
- Jazeker.
- Jawel.
- Uiteraard!
- Zeker weten!
- Spreekt voor zich.
- Dat spreekt vanzelf.
- Maar natuurlijk!
- Dit is een kwestie van gezond verstand.
Uiteraard!
Hij is kennelijk aan te liegen!
- Natuurlijk.
- Duidelijk.
- Uiteraard!
- Blijkbaar niet!
- Klaarblijkelijk niet!
Natuurlijk.
Het spreekt vanzelf dat dat niet kan.
- Het spreekt voor zich dat u zich vrijwillig heeft aangemeld.
- Het is duidelijk dat u zich als vrijwilliger heeft aangemeld.
Dat haal je de koekoek.
- Natuurlijk!
- Jawel.
- Uiteraard!
- Maar natuurlijk!
Het is duidelijk nep.
Je bent duidelijk volwassener geworden.
Zij is kennelijk aan te liegen!
Kennelijk is Tom erg intelligent.
Hij is duidelijk niet te vertrouwen!
- "Is hij aan het liegen?" "Uiteraard."
- "Liegt hij?" "Uiteraard."
Duidelijk.
Dat is duidelijk een leugen.
Het is duidelijk een fout.
Natuurlijk.
- Zeker.
- Natuurlijk.
- Zeker!
- Jazeker.
- Jawel.
- Uiteraard!
- Zeker weten!
- Spreekt voor zich.
- Dat spreekt vanzelf.
- Maar natuurlijk!
Uiteraard was ik bang.
Tom is kennelijk bezorgd.
Sami was duidelijk gay.
Tom was duidelijk doof.
Tom was duidelijk high.
Tom was duidelijk blind.
Tom had duidelijk spijt.
Tom was duidelijk bang.
Tom was duidelijk geamuseerd.
- Natuurlijk.
- Dit is een kwestie van gezond verstand.
Tom was duidelijk geïnteresseerd.
Tom was duidelijk vernederd.
Tom was duidelijk gefrustreerd.
Ze houdt duidelijk van je.
Tom is duidelijk slaperig.
Tom slaapt duidelijk.
Tom is duidelijk geïrriteerd.
Tom is duidelijk opgewonden.
Tom is duidelijk jaloers.
- Tom is duidelijk zenuwachtig.
- Tom is duidelijk nerveus.
Tom is duidelijk gefrustreerd.
Hij kreeg natuurlijk de scan.
- Zeker!
- Natuurlijk!
- Jawel.
- Uiteraard!
- Zeker weten!
- Maar natuurlijk!
Dat heeft ze vanzelfsprekend niet gezegd.
Tom is duidelijk een beginner.
Er was duidelijk een fout.
Het was duidelijk geen ongeluk.
Je bent duidelijk niet erg gelukkig.
Dat was duidelijk een fout.
Weet je, natuurlijk complete fictie.
Hij heeft duidelijk gelogen.
Er was kennelijk geen andere weg.
Hij is duidelijk niet zo'n soort persoon.
Buiten Esperanto spreekt hij natuurlijk ook andere vreemde talen.
en dat is duidelijk niet de manier.
Ze gebruiken deze grot om in te schuilen.
Tom was duidelijk geamuseerd door wat er gebeurde.
Tom en Mary zijn klaarblijkelijk verliefd op elkaar.
Kijk, dit touw is duidelijk onderdeel van de kouderoute.
En op een dag als deze is er natuurlijk geen zon.
Het is duidelijk dat de zon vandaag niet schijnt.
- We probeerden Tom te foppen, maar hij had natuurlijk onraad geroken.
- We probeerden Tom voor de gek te houden, maar hij had natuurlijk onraad bespeurd.
De beer eet dus een hoop nootjes... ...veel fruit...
Naast Frans spreekt hij natuurlijk ook Engels.
Dat is duidelijk een leugen.