Examples of using "Infectious" in a sentence and their dutch translations:
Lachen is besmettelijk.
Niet alle infectieziekten zijn besmettelijk.
- Botulisme, brucelloses, de ziekte van Lyme en tetanos zijn infectieziekten, maar niet besmettelijk.
- Botulisme, brucellosen, de ziekte van Lyme en tetanos zijn infectieziekten, maar geen besmettelijke ziekten.
Poliomyelitis, gewoonlijk afgekort tot polio, is een zeer besmettelijke ziekte.
De besmettelijke ziekten worden veroorzaakt door prionen, virussen, rickettsiae, chlamydia, ziekteverwekkende schimmels en protozoa.