Examples of using "Carries" in a sentence and their dutch translations:
Tom heeft een geweer.
Meneer Brown heeft altijd een boek bij zich.
Meneer Brown heeft altijd een boek bij zich.
Hij draagt een tas op zijn rug.
Tom draagt altijd zijn pistool bij zich.
Zijn geroep wordt honderd meter meegevoerd door de stille nachtlucht.
Als hij doorgaat zo te drinken, heeft hij straks een probleem.
Hij is de Sints assistent. De man die de pakjes draagt.