Translation of "Denken" in Spanish

0.027 sec.

Examples of using "Denken" in a sentence and their spanish translations:

- Denken doet pijn.
- Denken kwetst.

Pensar duele.

- Weinig mensen denken zo.
- Weinig mensen denken dat.

- Pocas personas piensan así.
- Pocas personas piensan eso.

Denken doet pijn.

Pensar duele.

Denken staat vrij.

Pensar es gratis.

- De gedachten zijn vrij.
- Denken is kosteloos.
- Denken staat vrij.

- Pensar no cuesta nada.
- Pensar es gratis.
- Los pensamientos son libres.

Weinig mensen denken zo.

Pocas personas piensan así.

Weinig mensen denken dat.

Pocas personas piensan eso.

Eerst denken, dan zeggen.

Trabaja el cerebro antes que la lengua.

Eerst denken, dan handelen!

¡Piensa antes de actuar!

Dus begon ik te denken:

Así que pensé:

- zal er niet aan denken'.

harán, no soporto pensar en eso'.

Sommigen denken er zo over.

Algunos así piensan.

Ik kan niet anders denken.

No consigo pensar de otra forma.

Ik weet hoe vrouwen denken.

Sé cómo piensan las mujeres.

Wat denken jullie van oorlog?

¿Qué piensan acerca de la guerra?

- Niet denken!
- Denk niet na!

¡No piensen!

We denken allemaal dat we het weten en we denken dat iedereen het weet,

Creemos que lo sabemos, y pensamos que todos lo saben,

- Waarom wilt ge weten waaraan wij denken?
- Waarom wilt ge weten wat wij denken?

¿Por qué quieres saber en qué estamos pensando?

- Je doet me denken aan je moeder.
- U doet me denken aan uw moeder.

- Me recuerda usted a su madre.
- Me recuerdas a tu madre.

- Mijn ouders denken dat ik geneeskunde studeer.
- Mijn ouders denken dat ik medicijnen studeer.

Mis padres piensan que yo estudio medicina.

Dwangmatig gedrag, routine en obsessief denken --

mediante conductas repetitivas, rutinas y pensamiento obsesivo,

En dan denken wij: hm, bananen.

Y luego pensamos "Mm... bananas".

Waardig om over na te denken.

digno de reflexión.

Ik kon niet anders dan denken

Y tuve que pensar,

Doet dat u aan iets denken?

¿Te resulta familiar?

Ik kan niet aan alles denken.

No puedo pensar en todo.

We denken dat hij zal komen.

Creemos que vendrá.

Ik moet aan mijn kinderen denken.

Tengo que pensar en mis hijos.

We denken dat hij eerlijk is.

Creemos que él es honesto.

Daar kan ik niet aan denken.

No puedo pensar en eso.

Fransen denken dat niets onmogelijk is.

Los franceses creen que nada es imposible.

Denken jullie dat ik gek ben?

¿Pensáis que estoy loco?

Ze handelde zonder na te denken.

Ella actuó sin pensar.

Ik wist niet wat te denken.

No sabía qué pensar.

Denken jullie dat hij dood is?

- ¿Creéis que está muerto?
- ¿Crees que ha muerto?

Die denken dat hun donaties helpen.

que cree que está ayudando con sus donaciones.

Wat denken jullie van dat plan?

¿Qué opinas sobre este plan?

Te denken wat mensen nooit hebben gedacht.

Pensar en lo que nunca se ha pensado.

Ik kon alleen maar aan haar denken.

No podía dejar de pensar en ella.

Haar hele wezen is denken, voelen, ontdekken.

Todo su ser piensa, siente, explora.

Je lijkt aan iets anders te denken.

Parece que estás pensando en otra cosa.

Jouw ogen doen me denken aan sterren.

Tus ojos me recuerdan las estrellas.

Het nummer doet me aan thuis denken.

La canción me recuerda a mi hogar.

We denken dat het ergste voorbij is.

Creemos que lo peor ha pasado.

Jongeren denken dat ze altijd gelijk hebben.

Los jóvenes piensan que siempre tienen la razón.

Waarom wilt ge weten wat wij denken?

¿Por qué quieres saber lo que pensamos?

Veel mensen denken dat ik gek ben.

Mucha gente piensa que estoy loco.

Mijn ouders denken dat ik geneeskunde studeer.

Mis padres piensan que yo estudio medicina.

Ik heb geleerd als Tom te denken.

He aprendido a pensar como Tom.

Je doet me denken aan mijn moeder.

Me recuerdas a mi madre.

Verwacht niet dat anderen voor jou denken.

¡No esperes que los demás piensen por ti!

Daar probeer ik niet aan te denken.

Trato de no pensar al respecto.

Dit lied doet mij aan iemand denken.

- Esta canción me recuerda a alguien.
- Esta canción me hace pensar en alguien.
- Esta canción me trae recuerdos de alguien.

- De gedachten zijn vrij.
- Denken staat vrij.

- Pensar es gratis.
- Los pensamientos son libres.

Waarom wilt ge weten waaraan wij denken?

¿Por qué quieres saber en qué estamos pensando?

- Wat denken jullie?
- Wat is jullie mening?

¿Qué pensáis?

U doet me denken aan uw moeder.

Me recuerda usted a su madre.

Waarom wil hij weten waaraan wij denken?

¿Por qué quiere saber en qué pensamos?

Je doet me denken aan je moeder.

- Me recuerda usted a su madre.
- Me recuerdas a tu madre.

Ik ben te moe om te denken.

Estoy demasiado cansado para pensar.

Koffie is gezonder dan veel mensen denken.

El café es más saludable de lo que mucha gente piensa.

- Dat park doet mij denken aan toen ik klein was.
- Dat park doet me aan mijn kindsheid denken.

Este parque me recuerda de mi niñez.

- Ik heb er de hele dag over lopen denken.
- Ik heb er de hele dag over zitten denken.

He estado pensando en ello todo el día.

Veel tieners denken dat deze apparaten waterdamp produceren

Muchos adolescentes piensan que estos aparatos producen vapor de agua

Humanisme is een manier van denken en leven

El humanismo es una forma de pensar y vivir