Translation of "Staat" in Spanish

- Jouw gulp staat open!
- Uw gulp staat open!

¡Tienes el cierre abierto!

Het staat klaar.

Y listo.

Ze staat op.

Ella se levanta.

Waarvoor staat "PTA"?

¿Qué significa "PTA"?

Denken staat vrij.

Pensar es gratis.

- Het bosje staat in brand.
- De struik staat in brand.
- Het oerwoud staat in brand.

El arbusto se está quemando.

- Het bed staat in brand!
- Het bed staat in vlammen!

¡La cama está en llamas!

Waar staat dat voor?

- ¿Qué quiere decir esto?
- ¿Qué significa esto?

WHO staat voor Wereldgezondheidsorganisatie.

OMS significa Organización Mundial de la Salud.

Zwart staat je goed.

El negro te queda bien.

Blauw staat je goed.

Te sienta bien el azul.

Het staat in brand.

Está en llamas.

Er staat iemand buiten.

Hay alguien afuera.

De boom staat recht.

El árbol está recto.

Dit huis staat leeg.

Esta casa está vacía.

De tv staat aan.

La televisión está encendida.

Groen staat je goed.

El verde te queda.

Groen staat Alice goed.

- El verde le sienta a Alicia.
- A Alicia le sienta bien el verde.

Hij staat vroeg op.

Él se está levantando temprano.

Jouw tas staat open.

- Tienes el bolso abierto.
- El bolso está abierto.

Het bad staat klaar.

El baño está listo.

Het huis staat leeg.

La casa está vacía.

Dat staat u goed.

Se te ve muy bien.

U staat onder arrest.

- Quedas detenido.
- Queda detenido.

Waar staat de kathedraal?

¿Dónde está situada la catedral?

De rivier staat droog.

El río está seco.

Je staat onder arrest.

- Quedas arrestado.
- Estás detenido.
- Quedas detenido.

Zij staat te wachten.

Está esperando.

- Je staat in de weg.
- U staat mij in de weg.

Estás en mi camino.

- Het staat mij niet aan.
- Dat staat me helemaal niet aan.

- No me gusta para nada.
- No me gusta nada.

Er staat van alles op.

Y le han puesto cantidad de cosas.

Het huis staat in brand.

- La casa está en llamas.
- La casa se está quemando.

Dat huis staat te koop.

La casa está en venta.

Die tv staat te hard.

Ese televisor está demasiado alto.

"Waar staat je huis?" "Daarzo."

- "¿Dónde está tu casa?" "Está por allá".
- "¿Dónde está vuestra casa?" "Por allá."

Het symbool "&" staat voor "en".

El signo "&" significa "y".

Hij staat op het podium.

Él está parado en el escenario.

Zij staat altijd vroeg op.

- Ella siempre se levanta pronto.
- Ella siempre se levanta temprano.

De radio staat erg hard.

La radio está muy alta.

Tom staat op het dak.

- Tom está en la azotea.
- Tom está en el tejado.

Mijn arm staat vol muggenbeten.

Mi brazo está lleno de picaduras de zancudo.

Deze jurk staat je goed.

Este vestido te queda bien.

De struik staat in brand.

El arbusto se está quemando.

Het gebouw staat in brand.

El edificio está en llamas.

Duitsland is een federale staat.

Alemania es un estado federal.

Mijn burgerlijke staat is gescheiden.

Mi estado civil es divorciado.

Tom staat onder de douche.

Tom está en la ducha.

Alles staat op zijn kop.

- Todo está de cabeza.
- Todo está cabeza abajo.
- Todo está al revés.
- Todo está patas arriba.

Het teken '&' staat voor "en".

El símbolo '&' significa 'y'.

Er staat geen wind vandaag.

Hoy no hace viento.

Kort haar staat hem beter.

El pelo corto le queda mejor.

Deze kleding staat je goed.

Esta ropa te queda bien.

Deze hoed staat je goed.

Ese sombrero se te ve bien.

De staat, dat ben ik!

- El Estado soy yo.
- ¡El estado soy yo!

Mijn grootvader staat vroeg op.

Mi abuelo se levanta temprano.

Die jurk staat u goed.

Ese vestido te sienta bien.

Wat staat er in brand?

¿Qué se está quemando?

Groen staat je erg goed.

- El verde te sienta muy bien.
- El verde te favorece mucho.

Wat is je burgerlijke staat?

¿Cuál es tu estado civil?

Het huis staat in brand!

- ¡La casa se está incendiando!
- ¡La casa está ardiendo!

Mijn vader staat vroeg op.

Mi padre se levanta temprano.

Hij staat niet vroeg op.

No se levanta temprano.

Het bos staat vol bomen.

El bosque está lleno de árboles.

Het staat niet ter discussie.

Eso no se discute.

Zijn mobiele telefoon staat uit.

Su celular está cortado.

De tijd staat niet stil.

El tiempo no se detiene.