Translation of "Dichtbij" in Russian

Blijf dichtbij.

Будь рядом.

- Het treinstation is dichtbij.
- Het station is dichtbij.

Станция находится неподалёку.

Het is dichtbij.

- Он рядом.
- Она рядом.
- Оно рядом.
- Это рядом.
- Это близко.

Niet zo dichtbij.

Не так близко.

Het treinstation is dichtbij.

Вокзал здесь рядом.

Het ziekenhuis is hier dichtbij.

- Больница тут рядом.
- Больница близко отсюда.
- Больница здесь недалеко.

Is er een ziekenhuis dichtbij?

- Есть поблизости больница?
- Здесь поблизости есть больница?

De post is hier dichtbij.

Почтовое отделение находится неподалёку отсюда.

Tom parkeerde zijn auto dichtbij.

Том припарковался поблизости.

Tom werkt in een dichtbij hospitaal.

Том работает в больнице недалеко отсюда.

We zijn dichtbij en geven nooit op.

Мы так близки и никогда не сдаемся.

Ik kreeg de indruk dat hij dichtbij was.

Мне казалось, что он где-то рядом.

- Tom werkt dichtbij.
- Tom werkt in de buurt.

Том работает неподалёку.

Bijna niemand heeft dit dier van dichtbij gezien.

- Мало кто видел это животное вблизи.
- Почти никто не видел это животное вблизи.

Maar de matriarch weet dat het water dichtbij is.

Но самка-матриарх знает, что вода поблизости.

Ze zijn heel dichtbij... ...als er nogmaals gevaar dreigt.

До воды рукой подать... ...но на пути – новая опасность.

Denken de meesten van ons liever over dingen dichtbij,

многие из нас предпочитают думать о насущных вещах,

- Het was heel dichtbij.
- Het was op het nippertje.

Это было действительно близко.

Hij is bijna uitgeput. Maar hij weet dat ze dichtbij is.

Его силы почти на исходе. Но он знает, что она рядом.

- Ze wonen vlakbij.
- Ze wonen in de buurt.
- Ze wonen dichtbij.

- Они живут неподалёку.
- Они живут рядом.

- Mijn woning is nabij.
- Mijn flat is nabij.
- Mijn appartement is dichtbij.

Моя квартира близко.

- Tom werkt in een dichtbij hospitaal.
- Tom werkt in een ziekenhuis hier vlakbij.

Том работает в больнице недалеко отсюда.

- Onze leraar woont vlakbij.
- Onze leraar woont in de buurt.
- Onze leraar woont dichtbij.

- Наш преподаватель живёт неподалёку.
- Наш учитель живёт неподалёку.