Translation of "Sinaasappels" in Japanese

Tom houdt van sinaasappels.

トムはオレンジが好きだ。

Deze sinaasappels smaken goed.

これらのオレンジは味がよい。

Deze sinaasappels rijpen snel.

このオレンジはすぐに成熟します。

Zijn sinaasappels altijd oranje?

- オレンジはずっとオレンジ色なの？
- オレンジはずっと橙色なの？

- Midori heeft de meeste sinaasappels opgegeten.
- Midori heeft de meeste sinaasappels gegeten.

緑が最も多くオレンジを食べた。

Sinaasappels zijn zoeter dan citroenen.

オレンジはレモンよりも甘い。

Ze bracht appels, sinaasappels, enzovoort.

彼女がリンゴやミカンなどを持ってきた。

Hij houdt niet van sinaasappels.

彼はオレンジが好きではない。

Sinaasappels groeien in warme landen.

オレンジは暖かい国で出来る。

Er liggen geen sinaasappels op tafel.

テーブルの上にはオレンジは一つもありません。

Er liggen wat sinaasappels op tafel.

テーブルにオレンジがいくつかあります。

Sinaasappels hebben een heleboel vitamine C.

オレンジはビタミンＣが豊富だ。

Sinaasappels zijn rijk aan vitamine C.

- オレンジにはビタミンＣが多く含まれている。
- オレンジはビタミンＣが豊富だ。

Ze verkopen appels, sinaasappels, eieren, enzovoort.

彼らはリンゴ、みかん、卵などを売っている。

Ik hou erg veel van sinaasappels.

私はオレンジが大好きです。

Vind je appels of sinaasappels lekker?

あなたはリンゴが好きですか、それともオレンジが好きですか。

- Heeft ze graag appelsienen?
- Houdt zij van sinaasappels?

彼女はオレンジが好きですか。

- Hij houdt van sinaasappels.
- Hij houdt van appelsienen.

彼はオレンジが好き。

Wat heb je het liefste: appels, sinaasappels of druiven?

- りんごとオレンジとぶどうとでは、どれが一番好きですか。
- どれが一番好きですか？　リンゴ？　オレンジ？　それとも葡萄？

Ze exporteren veel fruit, zoals sinaasappels, grapefruits en citroenen.

彼らはオレンジ、グレープフルーツ、レモンなどたくさんの果物を輸出する。

Hij ging naar de winkel om wat sinaasappels te kopen.

彼はオレンジを買うために店に行った。

Tom houdt van sinaasappels en eet er drie of vier in een week.

トムはオレンジが好きで、週に３個か４個くらい食べる。

Ik denk dat het ongezond is om meer dan 20 sinaasappels per dag te eten.

- 一日にオレンジを二十個以上食べるのは不健康だと思う。
- オレンジを一日二十個以上食べるのは健康に悪いと思う。