Translation of "Afspraak" in Italian

0.005 sec.

Examples of using "Afspraak" in a sentence and their italian translations:

- Afspraken moeten gerespecteerd worden.
- Afspraak is afspraak.

I patti devono essere osservati.

- Hebt u een afspraak?
- Hebben jullie een afspraak?
- Heeft u een afspraak?

- Hai un appuntamento?
- Avete un appuntamento?
- Ha un appuntamento?

Hebt u een afspraak?

- Avete un appuntamento?
- Ha un appuntamento?

Heb je een afspraak?

Hai appuntamento?

Ik heb een andere afspraak.

Ho un altro impegno.

Ik heb een afspraak met Tom.

- Mi incontrerĂ² con Tom.
- Io mi incontrerĂ² con Tom.

Ik heb een afspraak om 8 uur.

Ho un appuntamento alle otto.

Ik verzette de afspraak naar vier uur.

- Ho spostato l'appuntamento alle quattro.
- Spostai l'appuntamento alle quattro.

Tom heeft om half drie een afspraak bij de tandarts.

Tom ha un appuntamento dal dentista alle 2:30.

- Is het een date?
- Is het een afspraak? Is het een afspraakje?

Ăˆ un appuntamento?

Het spijt mij dat ik de afspraak op het laatste moment moet afzeggen.

Sono spiacente di annullare l'appuntamento all'ultimo minuto.

Ik vroeg om een afspraak maar hij kon geen tijd voor me vrijmaken.

Ho chiesto un appuntamento, ma lui non mi ha concesso del tempo.