Translation of "Speelt" in Hungarian

Suni speelt.

Suni játszik.

- Hij speelt zeer goed.
- Hij speelt erg goed.

Nagyon jól játszik.

Ze speelt piano.

Zongorázik.

Maria speelt piano.

Mary zongorázik.

Ze speelt gitaar.

Gitáron játszik.

Zij speelt piano.

Zongorázik.

Hij speelt voetbal.

Focizik.

Ze speelt Bach.

Bachot játszik.

Tom speelt Pacman.

Tomi pacmanezik.

Hij speelt muziek.

Ő zenélt

Tom speelt vals.

Tom csal.

Iemand speelt piano.

Valaki zongorázik.

Tom speelt gitaar.

Gitározik Tomi.

Hij speelt piano.

Zongorázik.

Speelt zij piano?

- Zongorázik?
- Játszik zongorán?

Tom speelt piano.

- Tamás zongorázik.
- Tamás zongorán játszik.

Tom speelt buiten.

Tom odakint játszik.

Je speelt vals.

Te csalsz!

- Ze speelt iedere dag tennis.
- Iedere dag speelt ze tennis.

Minden nap teniszezik.

- Ze speelt heel goed tennis.
- Zij speelt heel goed tennis.

Nagyon jól teniszezik.

Tom speelt nooit vals.

Tom soha sem csal.

Je speelt piano, nietwaar?

Te zongorázol, ugye?

Hij speelt vaak gitaar.

Gyakran gitározik.

Nancy speelt geen tennis.

Nancy nem teniszezik.

Jumo speelt zondags tennis.

Yumi vasárnap teniszezik.

Wie speelt er piano?

Ki zongorázik?

Wie speelt er gitaar?

Ki gitározik?

Overigens, speelt gij viool?

- Amúgy hegedülsz?
- Különben hegedülsz?

Wie speelt er golf?

Ki golfozik?

Hellen speelt graag tennis.

Hellen szeret teniszezni.

- Mijn oudere zus speelt goed gitaar.
- Mijn oudste zus speelt goed gitaar.

Idősebb nővérem jól gitározik.

Cultuur speelt een enorme rol.

Mérhetetlen a kultúra szerepe.

Tom speelt nu de viool.

Tom éppen most hegedül.

Ze speelt elke zondag tennis.

Minden vasárnap teniszezik.

Hij speelt elke zondag golf.

Minden vasárnap golfozik.

- Tom hockeyt.
- Tom speelt hockey.

- Tom hokizik.
- Tomi jégkorongozik.

Hij speelt erg goed piano.

Nagyon jól játszik zongorán.

Tom speelt heel goed piano.

Tomi nagyon jól zongorázik.

Helen speelt in de tuin.

Helen az udvaron játszik.

Hij speelt zeer goed tennis.

Nagyszerűen teniszezik.

- Speelt u voetbal?
- Voetbalt u?

Ön futballozik?

Hij speelt een gevaarlijk spel.

Veszedelmes játékot űz.

Weet je hoe men Mahjong speelt?

Tudod, hogyan kell madzsongot játszani?

Ze speelt zowel piano als gitaar.

Zongorán és gitáron is tud játszani.

Mijn zus speelt met een pop.

A húgom babázik.

Zingt ze of speelt ze piano?

Énekel vagy a zongorán játszik?

De kat speelt graag in de tuin.

Szívesen játszik a macska a kertben.

Ik weet überhaupt niet hoe je golf speelt.

Gőzöm sincs, hogyan kell golfozni.

Het meisje dat piano speelt is mijn zuster.

A lány, aki zongorázik, a nővérem.

- Hij speelt hier.
- Hij is hier aan het spelen.

- Ő itt játszik.
- Ő éppen itt játszik.
- Itt játszik.

- Mijn broer speelt gitaar.
- Mijn broer bespeelt de gitaar.

A fivérem gitározik.

Dit is een erg asociaal dier dat met vissen speelt.

Itt van egy rendkívül antiszociális állat, aki játszik a halakkal.

- Hij verliest altijd zijn gsm.
- Hij speelt constant zijn gsm kwijt.

Mindig elhagyja a telefonját.

- Speel je geen tennis?
- Speelt u geen tennis?
- Spelen jullie geen tennis?

Nem teniszezel?

- Tom speelt met zijn zoon.
- Tom is met zijn zoon aan het spelen.

Tom a fiával játszik.

- Golf je?
- Golft u?
- Golfen jullie?
- Speel je golf?
- Speelt u golf?
- Spelen jullie golf?

Golfozol?

- Speel je voetbal?
- Speelt u voetbal?
- Spelen jullie voetbal?
- Voetbal je?
- Voetbalt u?
- Voetballen jullie?

- Focizol?
- Te focizol?
- Ön futballozik?
- Futballozol?
- Te futballozol?

- Wanneer speel je tennis?
- Wanneer speelt u tennis?
- Wanneer spelen jullie tennis?
- Wanneer tennist u?
- Wanneer tennis je?
- Wanneer tennissen jullie?

Mikor teniszezel?