Translation of "Wel" in German

0.011 sec.

Examples of using "Wel" in a sentence and their german translations:

Natuurlijk wel!

Natürlich ja!

Misschien wel.

Mag sein.

- Bedankt!
- Dank u wel!
- Dank je wel!

Danke!

- Bedankt!
- Dank u wel!
- Dank je wel!
- Dankjewel!

Danke!

Dank je wel.

Danke schön.

Dank jullie wel.

Danke.

Mag dat wel?

- Können Sie das machen?
- Könnt ihr das machen?
- Kannst du das machen?

Het zal wel.

Egal!

We overleven wel.

- Wir werden überleben.
- Wir werden's überleben.

Ik overleef wel.

Ich werde überleben.

Dat zal wel!

Genau!

- Goedenacht.
- Slaap wel.

Gute Nacht!

Wees wel voorzichtig.

- Sei vorsichtig!
- Seien Sie vorsichtig!

Ik betaal wel.

Ich bezahle.

Het gebeurt wel.

Das kann manchmal vorkommen.

We winnen wel.

Wir werden siegen.

Hij slaapt wel.

Er wird schlafen.

Dat zal wel.

Kann sein.

- Het komt wel goed.
- Het komt wel goed met ons.

Wir werden okay sein.

- Dank je wel voor gisteren.
- Dank u wel voor gisteren.

Danke für gestern.

- Bedankt!
- Dank u wel!
- Dank je wel!
- Dank u.
- Bedankt.

- Danke!
- Danke.

- Ik doe de vaat wel.
- Ik doe de afwas wel.

Ich kümmere mich um den Abwasch.

- Bedankt, maat!
- Dank je wel, makker!
- Dank je wel, kerel.

Danke, Kumpel!

- Bedankt!
- Dank u wel!
- Dank je wel!
- Dank je!
- Dankjewel!

Danke!

wel naar behoren werkt.

wie es eigentlich vorgesehen war.

Maar wel door aanraking.

Aber er kann sie fühlen.

Dank u wel, dokter.

Vielen Dank, Herr Doktor.

Je lijkt wel gek.

- Du musst von Sinnen sein.
- Du bist wohl verrückt.
- Du musst verrückt sein.
- Ihr müsst verrückt sein.
- Ihr müsst wahnsinnig sein.
- Sie müssen verrückt sein.
- Sie müssen wahnsinnig sein.
- Du musst wahnsinnig sein.

Het valt wel mee.

- So schlimm ist es auch nicht.
- So schlimm ist es nicht.

- Dank je wel!
- Dankjewel!

Danke!

- Slaap wel.
- Slaap lekker!

Schlaf gut!

Is dat wel goed?

Ist das in Ordnung?

Tom wacht wel even.

Tom wird warten.

Dat gebeurt wel eens.

- Das kommt schon mal vor.
- Das geschieht schon mal.
- Das passiert schon mal.

- Goedenacht.
- Slaap wel.
- Goedenacht!

Gute Nacht!

Wel heb ik ooit!

Holla die Waldfee!

Ik denk van wel.

Ich glaube schon.

Dat besef ik wel.

Das ist mir schon klar.

We kunnen wel zonder.

Wir können darauf verzichten.

Het lukt Tom wel.

Tom verwaltet.

Tom overleeft het wel.

Tom überlebt.

Het komt wel goed.

Es wird gut gehen.

Ik neem dit wel.

Ich nehme dieses.

Ik geloof het wel!

Na und ob!

Ik ben wel verwend.

Ich bin wohl verwöhnt.

Ik wist het wel.

Es war genau so, wie ich es gedacht hatte.

Heeft dit wel zin?

Ist das sinnvoll?

Ik ga wel alleen.

- Ich gehe alleine.
- Ich werde alleine gehen.

Dat zit wel goed.

Das sitzt.

Tom rijdt wel degelijk.

Tom fährt Auto.

Wij nemen hem wel.

Wir nehmen ihn.

Ik denk het wel.

Ich vermute.

Ik begrijp dat wel.

Ich verstehe.

- We zijn wel echt goede vrienden.
- Wij zijn wel echt goede vrienden.
- We zijn wel echt goede vriendinnen.
- Wij zijn wel echt goede vriendinnen.

Wir sind wirklich gute Freunde.

- Ik kan Tom zelf wel aan.
- Ik kan Tom alleen wel aan.

Mit Tom komme ich schon selber klar.

- Luistert gij eigenlijk wel naar mij?
- Luister je eigenlijk wel naar mij?

Hörst du mir überhaupt zu?

- Bedankt!
- Dank u wel!
- Dank je wel!
- Dank u.
- Dank je!
- Dankjewel!

- Danke!
- Danke.

- Bedankt, vriend!
- Bedankt, maat!
- Dank je wel, makker!
- Dank je wel, kerel.

Danke, Kumpel!

- Ik krijg best wel dorst.
- Ik begin best wel dorst te krijgen.

Ich habe ganz schönen Durst bekommen.

- Weet u wel wat “ironisch” betekent?
- Weet je wel wat “ironisch” betekent?

- Weißt du überhaupt, was „ironisch“ bedeutet?
- Wisst ihr überhaupt, was „ironisch“ bedeutet?
- Wissen Sie überhaupt, was „ironisch“ bedeutet?

Misschien herkennen jullie dat wel.

vielleicht kennt das der eine oder andere von euch.

"Dat wist ik al wel."

"Ich wusste das schon."

Ik pak het zelf wel.

Ich darf doch mal.

...en die is wel eetbaar.

und dieser Teil ist essbar.

Maar wel bepaalde narratieve structuren.

sondern auf bestimmte erzählerische Strukturen.

En wel honderd jaar worden.

Und bis zu 100 Jahre alt.

Maar andere merken het wel.

Aber andere spüren sie.

Je moet wel gek zijn.

Du musst verrückt sein.

Heel goed, dank je wel.

Sehr gut, danke.

- Dank je wel.
- Dank je.

Danke dir.

- Hij verschijnt.
- Hij verschijnt wel.

Er lässt sich tatsächlich blicken.

Ik kan het wel aan.

Ich werde schon damit fertig.

Ja, dat weet ik wel.

- Ja, das weiß ich ja.
- Ja, das weiß ich doch.

Ze moeten wel gelukkig zijn.

Sie müssen glücklich sein.

Zonder geluk vaart niemand wel.

Ohne Glück hat niemand Erfolg.

Morgen zien we wel verder.

Morgen sehen wir weiter.

Ik stoor toch niet, wel?

Ich stör dich doch nicht, oder?

- Slaap wel.
- Welterusten.
- Slaap lekker!

Schlaf gut!