1. Home
  2. Translation in context
  3. Dutch-German
  4. Nationaliteit

Translation of "Nationaliteit" in German

0.003 sec.

Examples of using "Nationaliteit" in a sentence and their german translations:

- Wat is jouw nationaliteit?
- Wat is uw nationaliteit?
- Wat is jullie nationaliteit?

Welche Staatsangehörigkeit haben Sie?

U hebt de Duitse nationaliteit.

Sie haben die deutsche Staatsangehörigkeit.

Ik heb de Poolse nationaliteit niet.

Ich habe die polnische Staatsgehörigkeit nicht.

Mijn nationaliteit is Frans, maar van oorsprong ben ik Vietnamees.

Ich habe die französische Staatsbürgerschaft, aber ich bin von vietnamesischer Abstammung.