Translation of "Hebben een" in German

- Ze hebben een gezin.
- Ze hebben een familie.

Sie haben Familie.

- We hebben een ambulance nodig.
- We hebben een ziekenwagen nodig.

Wir brauchen einen Krankenwagen.

- We hebben een nieuwe buurman.
- We hebben een nieuwe buurvrouw.

- Wir haben einen neuen Nachbarn.
- Wir haben eine neue Nachbarin.

- We hebben een goed huis.
- We hebben een fijn huis.

Wir beide besitzen ein nettes Heim.

We hebben een visgat.

Wir haben unser Angelloch.

We hebben een missie.

Wir müssen unsere Mission abschließen.

We hebben een helikopter.

und ein Helikopter zur Verfügung.

We hebben een probleem.

Wir haben ein Problem.

We hebben een paus.

Wir haben einen Papst.

We hebben een auto.

Wir haben ein Auto.

Zij hebben een bloedneus.

Sie haben Nasenbluten.

Ze hebben een tweeling.

- Sie haben Zwillingstöchter.
- Sie haben Zwillinge.

We hebben een hond.

Wir haben einen Hund.

Ze hebben een uur.

Sie haben eine Stunde Zeit.

We hebben een boerderij.

Wir haben einen Bauernhof.

Jullie hebben een vraag.

Ihr habt eine Frage.

We hebben een vraag.

Wir haben eine Frage.

We hebben een theorie.

Wir haben eine Theorie.

We hebben een visgat. Kijk.

Wir haben ein Angelloch. Schau mal!

Ze hebben een tedere hardheid.

Ihnen wohnt eine zarte Härte inne.

We hebben een verlaten winkel.

Wir bekamen einen aufgegebenen Laden.

Oké, we hebben een vliegtuig.

Uns stehen ein Flugzeug

Ze hebben een groot huis.

Sie haben ein großes Haus.

Ze hebben een regering gevormd.

Sie schufen eine Regierung.

Wij hebben een kind geadopteerd.

Wir haben ein Kind adoptiert.

Ze hebben een eigen cultuur.

Sie haben eine eigene Kultur.

We hebben een ufo gezien.

- Wir haben ein Ufo gesehen.
- Wir haben eine fliegende Untertasse gesehen.
- Wir sahen eine fliegende Untertasse.

We hebben een zandkasteel gemaakt.

Wir haben eine Sandburg gebaut.

We hebben een kaart nodig.

- Wir brauchen eine Karte.
- Wir brauchen eine Landkarte.

Wij hebben een auto nodig.

Wir brauchen einen Wagen.

We hebben een vrijwilliger nodig.

Wir brauchen einen Freiwilligen.

We hebben een pizza besteld.

Wir haben eine Pizza bestellt.

Jullie hebben een fout gemaakt.

Ihr habt einen Fehler gemacht.

We hebben een plan nodig.

Wir brauchen einen Plan.

We hebben een ambulance nodig.

- Wir brauchen einen Krankenwagen.
- Wir benötigen ein Sanitätsauto.

We hebben een grote supermarkt.

Wir haben einen großen Supermarkt.

Ze hebben een horloge gerepareerd.

Sie reparierten eine Uhr.

We hebben een vriend gemeen.

Wir haben einen gemeinsamen Freund.

We hebben een witte kat.

Wir haben eine weiße Katze.

Wij hebben een antwoord nodig.

Wir brauchen eine Antwort.

We hebben een uitdaging nodig.

Wir brauchen eine Herausforderung.

We hebben een groot probleem.

Wir haben ein großes Problem.

Ze hebben een ara gekocht.

Sie haben einen Ara gekauft.

We hebben een taxi nodig.

Wir brauchen ein Taxi.

We hebben een nieuwe buurvrouw.

Wir haben eine neue Nachbarin.

We hebben een held nodig.

Wir brauchen einen Helden.

We hebben een douche genomen.

Wir duschten.

Ze hebben een prachtig huis.

Sie haben ein schönes Haus.

Terroristen hebben een bus opgeblazen.

Terroristen jagten einen Bus in die Luft.

Wij hebben een schrijver ontmoet.

Wir trafen einen Schriftsteller.

Wij hebben een oud slingeruurwerk.

Wir haben eine alte Uhr mit Perpendikel.

Ze hebben een bekentenis ondertekend.

Sie haben ein Geständnis unterschrieben.

Ze hebben een lijst opgesteld.

Sie haben eine Liste aufgestellt.

We hebben een interessant voorbeeld.

Wir haben ein interessantes Beispiel.

Mannelijke herten hebben een gewei.

Hirsche haben ein Geweih.

We hebben een grote tuin.

Wir haben einen großen Garten.

We hebben een nieuwe buurman.

Wir haben einen neuen Nachbarn.