Translation of "Cent" in German

0.007 sec.

Examples of using "Cent" in a sentence and their german translations:

Ze kregen geen cent.

Sie bekommen keinen Cent.

- Dat zal je geen cent kosten.
- Het kost je geen cent.

- Es wird dich keinen Heller kosten.
- Es kostet dich keinen Pfennig.
- Es kostet dich nicht einen Cent.

- Het kost je geen cent.
- Het zal je geen cent kosten.

Es kostet dich nicht einen Cent.

Dit snoepje kost tachtig cent.

Dieses Bonbon kostet achtzig Cent.

Het kost je geen cent.

Es kostet dich nicht einen Cent.

Deze pop kost maar zestig cent.

Diese Puppe kostet nur 60 Cent.

Twee postzegels van 45 cent, alstublieft.

Bitte zwei Briefmarken zu je 45 Cent.

"Hoeveel kost deze zakdoek?" "95 cent."

- "Was kostet dieses Taschentuch?" "Es kostet 95 Cent."
- "Wie viel kostet dieses Taschentuch?" "Das macht fünfundneunzig Cent."

- Zijn ideeën hebben hem nooit een cent opgeleverd.
- Zijn ideeën hebben hem nooit een cent opgebracht.

Seine Ideen brachten ihm keinen einzigen Pfennig ein.

Honderd cent is gelijk aan een dollar.

100 Cent sind ein Dollar.

Dat is een fluitje van een cent.

- Das ist einfach!
- Das ist ein Stück Kuchen.

Dat was een fluitje van een cent.

Das war ein Kinderspiel.

- Dat is kinderspel.
- Het is een fluitje van een cent.
- Dat is een fluitje van een cent.

- Das ist ein Kinderspiel.
- Das ist ein Stück Kuchen.

Aan ongeveer 50 cent per kilo komen we

Bei einem Wert von circa 50 Cent pro Kilo

Ze waren ongeveer 25 cent per pond goedkoper.

Sie waren ungefähr 25 Cent pro Pfund billiger.

Zijn ideeën hebben hem nooit een cent opgebracht.

Seine Ideen haben ihm nie etwas eingebracht.

Eén euro is één dollar en vijftig cent waard.

Ein Euro ist einen Dollar und fünfzig Cent wert.

- Ik heb geen rooie cent.
- Ik heb geen stuiver.

- Ich hab keinen Pfennig.
- Ich habe keine müde Mark.
- Ich habe keinen roten Heller.

Die berg beklimmen was een fluitje van een cent.

Auf diesen Berg klettern war leichtes Spiel.

Ge hebt juist een stuk van 50 cent verloren.

Du hast gerade ein 50-Cent-Stück verloren.

Hij geeft nooit een cent van zijn geld weg.

Er gibt nie einen Cent von seinem Geld ab.

- Dat is kinderspel.
- Dat is een fluitje van een cent.

Das ist ein Kinderspiel.

Wie heeft dat gezegd? We hebben om geen enkele cent gevraagd.

Wer sagt das? Wir wollten keinen Cent von denen.

Op het einde van de maand hou ik meestal geen cent meer over.

Am Monatsende habe ich meistens keinen Cent mehr übrig.