Translation of "Nieuwsgierig" in English

- Zijn jullie nieuwsgierig?
- Ben je nieuwsgierig?

Are you curious?

Blijf nieuwsgierig.

Stay curious.

- Kittens zijn nieuwsgierig.
- Jonge katjes zijn nieuwsgierig.

Kittens are curious.

Ik ben nieuwsgierig.

- I am curious.
- I'm curious.

Tom is nieuwsgierig.

Tom is curious.

Dat maakt nieuwsgierig.

- That is intriguing.
- That's intriguing.

Tom lijkt nieuwsgierig.

Tom looks inquisitive.

Ben je nieuwsgierig?

Are you curious?

Dolfijnen zijn nieuwsgierig.

Dolphins are curious.

Ze zijn nieuwsgierig.

They're curious.

- Zijn jullie nieuwsgierig?
- Ben je benieuwd?
- Ben je nieuwsgierig?

Are you curious?

En nieuwsgierig zoals deze...

And curious like this one,

Ik ben niet nieuwsgierig.

- I am not curious.
- I'm not curious.

Dat maakt mij nieuwsgierig.

That is intriguing.

- Buitenlanders intrigeren me.
- Buitenlanders maken me nieuwsgierig.
- Buitenlanders maken mij nieuwsgierig.

Foreign people intrigue me.

Dan was ze heel nieuwsgierig.

And she'd come out and be very curious.

Kleine kinderen zijn erg nieuwsgierig.

Small children are very curious.

Ben je zelfs niet nieuwsgierig?

Aren't you even a little curious?

Je ziet er nieuwsgierig uit.

You look curious.

Vond je mij te nieuwsgierig?

- Did you think I was being too nosy?
- Did you think that I was being too nosy?

- Buitenlanders zijn interessant.
- Buitenlanders intrigeren me.
- Buitenlanders maken me nieuwsgierig.
- Buitenlanders maken mij nieuwsgierig.

Foreign people intrigue me.

- Ik ben nieuwsgierig.
- Ik ben benieuwd.

- I am curious.
- I'm curious.

Tom zei dat hij nieuwsgierig was.

- Tom said that he was curious.
- Tom said he was curious.

Tom gaf toe dat hij nieuwsgierig was.

- Tom admitted that he was curious.
- Tom admitted he was curious.

Ze is nieuwsgierig naar wie de bloemen stuurde.

- She is curious to find who sent the flowers.
- She wants to know who sent the flowers.
- She's curious to find out who sent the flowers.

- Ik ben erg benieuwd.
- Ik ben erg nieuwsgierig.

- I am very curious.
- I'm very curious.

- Ik ben niet nieuwsgierig.
- Ik ben niet benieuwd.

- I am not curious.
- I'm not curious.

Heel geïnteresseerd, heel nieuwsgierig, maar ze nam geen risico's.

Very interested, very curious, but not taking stupid chances.

Kinderen zijn erg nieuwsgierig, dus ze vragen van alles.

Children are very curious and ask many questions.

Ze was ook heel nieuwsgierig. Ze verkende graag het hele huis.

She was super curious too. She loved to explore the house.

Mijn nieuws is niet zeer belangrijk voor wie niet nieuwsgierig is.

My news isn't too important to people who don't want to know.

"Wat gebeurt er in de grot? Ik ben nieuwsgierig." "Ik heb geen idee."

- "What's going on in the cave? I'm curious." "I have no idea."
- "What's happening in the cave? I'm curious." "I have no idea."

- Ze is benieuwd om te weten wie de bloemen gestuurd heeft.
- Ze is nieuwsgierig naar wie de bloemen stuurde.

- She is curious to find who sent the flowers.
- She's curious to find out who sent the flowers.