Examples of using "منزلي" in a sentence and their dutch translations:
Mijn huis is groot.
Mijn huis was aan het branden.
Kom naar huis.
Toen ik thuiskwam,
Dit is mijn huis.
Deze twee robots wonen in mijn huis.
- Er is een kerk dicht bij mijn huis.
- Er staat een kerk naast mijn huis.
Er zijn een paar winkels naast mijn huis.
Ik stond daar op de drempel van mijn flat,
Jouw huis is drie keer zo groot als het mijne.
In mijn nieuwe huis is de woonkamer op de begane grond en de slaapkamer op de eerste verdieping.