Examples of using "فستاناً" in a sentence and their dutch translations:
Ze was in het rood gekleed.
- Ze droeg een wit kleed.
- Ze droeg een witte jurk.
- Waarom draag je geen jurk?
- Waarom draagt u geen jurk?
- Waarom dragen jullie geen jurk?
Mijn moeder heeft een nieuwe jurk voor me gekocht.