Examples of using "أمي" in a sentence and their dutch translations:
Mijn moeder is gek.
Ik hou van mijn moeder.
Mijn vader houdt van mijn moeder.
Mijn moeder heeft een mooi handschrift.
Mijn moeder kan goed piano spelen.
Mama is ouder dan papa.
Mijn moeder is ouder dan mijn vader.
Mijn moeder maakt een taart voor mijn vader.
- Mijn moeder heeft een hekel aan het schrijven van brieven.
- Mijn moeder haat het schrijven van brieven.
Mijn moeder stierf tijdens mijn afwezigheid.
- Mijn moeder is woest.
- Mijn moeder is woedend.
Mijn moeder houdt van muziek.
Mijn tante is ouder dan mijn moeder.
Mijn moeder heeft een nieuwe jurk voor me gekocht.
Mijn moeder kocht een gele paraplu voor mijn broer.
Ik moet mijn moeder helpen.
Mijn moeder stierf toen ik nog een kind was.
- Mijn moeder kijkt niet graag tv.
- Mijn moeder houdt niet van televisiekijken.
Mijn moeder kan niet komen.
Ik ben enig kind.
Mijn vader en mijn moeder hebben daar een grote boerderij.
Mijn moeder is niet altijd thuis.
Als mijn moeder zegt dat ik mijn kleren moet opruimen,
- Welterusten, mama.
- Goede nacht, mama.
Mijn moeder spreekt niet zo erg goed Engels.