Translation of "خرجت" in Dutch

0.003 sec.

Examples of using "خرجت" in a sentence and their dutch translations:

خرجت.

- Ze is weg.
- Ze is vertrokken.

هل خرجت ليلة الأمس؟

Ben je gisteravond uitgeweest?

لقد خرجت في نزهة.

Ze ging wandelen.

خرجت قطة من تحت المكتب.

Een kat kwam onder het bureau vandaan.

لذا، خرجت وزوجها وأصدرا سند مطالبة

Zij en haar man gingen daarnaartoe en regelden een obligatie-uitgifte

خرجت مجموعتان من الفتيات للاحتجاج في عاصمة بيلاروسيا:

gingen twee groepen meisjes de straat op om te protesteren in Minsk,

- تقاعدت السنة الماضية.
- خرجت على المعاش السنة الفائتة.

- Ik ging vorig jaar met pensioen.
- Ik ben vorig jaar met pensioen gegaan.

‫لبؤة وجماعتها المكونة من 13 فردًا‬ ‫قد خرجت للصيد.‬

Een leeuwin en haar groep van 13 zijn op jacht.

‫أنا "بير غريلز" وقد خرجت سالماً‬ ‫من بعض أقسى الأماكن على ظهر الكوكب.‬

Ik ben Bear Grylls en ik heb de meest onherbergzame plekken op aarde overleefd.