Examples of using "جائع" in a sentence and their dutch translations:
Ik heb ontzettende honger.
Ik heb een beetje honger.
- Heeft u honger?
- Heb je honger?
Eet, want jullie hebben honger.
Ik heb altijd honger.
Niemand heeft honger.
Een goede buit voor een hongerige garnaal.
Ik heb honger.
Ik neem aan dat je honger hebt.
Ik heb honger.
Dit kuiken is amper twee weken oud en heeft honger.