Examples of using "Satar" in a sentence and their dutch translations:
Seks verkoopt.
Zij verkoopt bloemen.
Tom verkoopt kunstmest.
Hij verkoopt auto's.
Zij verkoopt bloemen.
- Ze verkoopt groente.
- Ze verkoopt groentes.
- Ze verkoopt groenten.
Ze verkopen meubels.
Tom verkoopt fruit.
Zij verkoopt bloemen.
Tom verkoopt bloemen.
Zij verkoopt zeeschelpen.
Tom verkoopt auto's in Boston.
Sami verkoopt kamelen in Caïro.
Zij verkoopt zeeschelpen aan de kust.
Fictieromans verkopen beter dan realiteit. In feite verkoopt realiteit helemaal niet.