Examples of using "Sarıldı" in a sentence and their dutch translations:
- We zijn omsingeld.
- We zijn omringd.
Ze knuffelden.
- Hij knuffelde haar.
- Hij omhelsde haar.
Mary gaf Tom een knuffel.
- Mary gaf hem een grote knuffel.
- Mary gaf hem een dikke knuffel.
- Ze omhelsde hem.
- Ze knuffelde hem.
Tom omhelsde Maria.
Toms moeder gaf hem een knuffel.
Ze wierp van angst haar armen om hem heen.
Tom gaf Maria een knuffel en kuste haar.
Tom en Mary omhelsden elkaar.
Voor het vervoer werd er een laag plastic rond het pakket gewikkeld erin.
Tom, zich ervan bewust dat hij spoedig de trein naar Boston zou moeten nemen, had zich op het perron hartstochtelijk vastgeklampt aan Maria.