Examples of using "Okuyorum" in a sentence and their dutch translations:
Ik lees.
Ik leer Duits.
Ik studeer aan de universiteit.
Ik lees mijn boek.
Ik lees jouw boek.
- Ik zit nu te lezen.
- Ik ben nu aan het lezen.
- Ik lig nu te lezen.
- Nu ben ik aan het lezen.
- Nu zit ik te lezen.
- Nu lig ik te lezen.
Ik lees jouw boek.
Ik ben de krant aan het lezen.
- Ik ben een boek aan het lezen.
- Ik lees een boek.
Ik ben de krant aan het lezen.
Ik studeer economie aan de universiteit.
- Ik ben dit boek aan het lezen.
- Ik lees dit boek.
Ik leer Perzisch.
Ik studeer kunstgeschiedenis.
Ik ben de krant aan het lezen.
Ik lees jouw boek.
Ik ben een boek aan het lezen.
- Ik studeer Chinees in Beijing.
- Ik studeer Chinees in Peking.
- Ik lees. Zet de televisie af!
- Ik lees. Zet de televisie uit!
- Ik ben een tijdschrift aan het lezen.
- Ik lees een tijdschrift.
Ik ben de New York Times aan het lezen.
Vandaag is het woensdag. Ik lees.
- Ik studeer Frans.
- Ik ben Frans aan het studeren.
Ik lees zijn boek.
Ik lees jouw boek.
Ik ben de krant aan het lezen.
Ik lees een boek.
Ik lees een boek over dieren.
Ik daag je uit om het aan iedereen te vertellen.
Ik las de oude documenten.
- Ik heb een brief gelezen.
- Ik las een brief.
Ik ben een boek aan het lezen over skiën.
Ik lees een boek.
Ik lees de New York Times.
Ik studeer sinds tien maanden in China.
- Ik heb je boek gelezen.
- Ik heb uw boek gelezen.
- Ik heb jullie boek gelezen.
- Ik las je boek.
- Ik las uw boek.
- Ik las jullie boek.