Examples of using "Kasım" in a sentence and their dutch translations:
Klaar voor november?
Mijn verjaardag is op tien november.
Was de afgelopen maand november?
Klaar voor november?
Januari, februari, maart, april, mei, juni, juli, augustus, september, oktober, november, december.
De maanden van het jaar zijn: januari, februari, maart, april, mei, juni, juli, augustus, september, oktober, november, december.
In november oogst men de olijven van de bomen om er olie van te maken.
Januari, februari, maart, april, mei, juni, juli, augustus, september, oktober, november en december zijn de twaalf maanden van het jaar.