Examples of using "Elmaları" in a sentence and their dutch translations:
Ik schil appels.
Ik hou van appels.
Ik at appels.
Wie heeft de appels gestolen?
Ik hou van appels.
Ik heb de rode appels gegeten.
- Wij eten appels.
- We eten appels.
Niet alle kinderen houden van appels.
Ik hou ook van appels.
Mannen hebben een adamsappel.
- Ik hou van appels.
- Ik eet graag appels.
We zijn appels aan het eten.
Vind je appels of sinaasappels lekker?
Waar hou je meer van, appels of bananen?