Examples of using "Babaannem" in a sentence and their dutch translations:
Mijn oma is 75 jaar oud.
- Mijn grootmoeder kan vliegen.
- Mijn oma kan vliegen.
Mijn oma is honderd geworden.
Mijn grootmoeder woont op het platteland.
Mijn grootmoeder houdt van tv kijken.