Examples of using "Piña" in a sentence and their dutch translations:
Ik eet een ananas.
Hou je van ananasdrankjes?
Het is een ananas.
Hoeveel kost de ananas per kilogram?
Ik eet graag ananas voor ontbijt.
Ik wil een ananas kopen.
Je kunt de cocktail versieren met een kers of met ananas.
Ananas is rijk aan citroenzuur.