Examples of using "Gorda" in a sentence and their dutch translations:
Ik ben dik.
Ik ben niet dik.
Ik ben dik.
De vrouw is dik.
Ik ben dik.
- Ik ben niet dik!
- Ik ben niet dik.
Ik ben dik.
Mijn buik is dik.
Ben ik dik?
De vrouw is dik.
Denk jij dat ik dik ben?
Ik ben erg dik.
Ik ben zo dik.
Ze is gezet, om niet te zeggen dik.
Beman de harpoenen!
Denk jij dat ik dik ben?
- Vindt ge mij te dik?
- Denk jij dat ik dik ben?
- Vind je me te dik?
Mijn oom is mager, maar mijn tante is dik.
Ik ben zo dik.
Een kikker probeerde dikker te worden dan een rund.
Als je te veel eet, word je dik.
Die dikke blonde met haar joekels van borsten is zo dom als een koe.
Eindelijk besefte ze dat ze te dik was en begon meteen te vermageren.
Als je te veel eet, word je dik.
Jane is dik en onbeschoft en rookt te veel. Maar Ken vindt haar schattig en charmant. Daarom wordt er gezegd dat liefde blind is.