Examples of using "Enojó" in a sentence and their dutch translations:
Zij werd kwaad.
Zij werd kwaad.
Tom werd kwaad.
Zij werd kwaad.
- Tom werd zeer boos.
- Tom werd heel boos.
Natuurlijk werd hij boos.
Tom werd niet boos op Maria.
Zij werd kwaad.
- Hij werd boos op me omdat ik hem Shorty noemde.
- Hij werd boos op me omdat ik hem kleintje noemde.
Daarom werd hij boos.
Zeg mij a.u.b. waarom ze kwaad werd.
Ik heb geen enkel idee waarom zij zo kwaad geworden is.