Examples of using "Dispone" in a sentence and their dutch translations:
De mens wikt, God beschikt.
Je hebt drie maanden.
- Hij heeft veel geld.
- Hij beschikt over veel geld.
De mens wikt, God beschikt.
De mens wikt, God beschikt.
De mens wikt, God beschikt.
Hoe meer mensen ge kent, hoe minder tijd ge hebt om ze te bezoeken.
- Hij heeft veel geld.
- Hij beschikt over veel geld.